Zeker vierhonderd mensen spotten ijsvogel
• 02-02-2007
• leestijd 2 minuten
Zeker vierhonderd mensen hebben in januari een ijsvogel gezien en dat doorgegeven aan het project 'soort van de maand' van onder meer de Natuurkalender. De organisatoren hopen dat het project ertoe leidt dat meer mensen hun waarnemingen door gaan geven.
De meldingen van ijsvogels kwamen uit het hele land. In de gebieden waar minder water is, zoals Drenthe, zaten minder ijsvogels. Logisch, stelt Kars Veling van de Vlinderstichting, die ook bij het project betrokken is. ,,Op de Veluwe zie je het ook heel mooi. In het droge midden zijn geen ijsvogels gezien, aan de randen tientallen.''
Januari was boven gemiddeld warm en ook de afgelopen jaren zijn lange vorstperiodes uitgebleven. De opeenvolgende zachte winters hebben er voor gezorgd dat de ijsvogel sterk is toegenomen. Waarschijnlijk schommelde het totaal aantal broedparen tot begin jaren zestig tussen enkele tientallen en enkele honderden paren. Na de strenge winter van 1963 trad wel een herstel op, maar dit verliep moeizaam. Pas in 1975 werden weer zo'n 300 broedparen geteld. In de 90'er jaren schommelde de stand tussen de 125 en 250 paar. Vanaf 1998 maakte de soort een enorme come-back en inmiddels ligt de schatting van SOVON Vogelonderzoek Nederland op meer dan 600 broedparen. De meeste ijsvogels broeden op de zandgronden van oostelijk Noord-Brabant, Limburg en de Achterhoek, in de duinstreek en langs de grote rivieren. IJsvogels zijn in staat om in korte tijd veel jongen groot te brengen. Op deze wijze compenseren ze het verlies aan vogels gedurende strenge winters.
De waarnemingen van de ijsvogel komen niet alleen uit de bekende voortplantingsgebieden, maar ook uit het stedelijk gebied. Zelfs in tuinen is de soort gezien, waarbij soms een bovengemiddelde belangstelling voor de goudvissen in de tuinvijver werd geconstateerd.
Aan het project hebben veel waarnemers meegedaan, die nog niet eerder van de partij waren. ,,We zijn blij dat mensen reageren en de soorten die ze zien aanmelden'', aldus Veling. De organisatie kan door de tellingen inschatten, hoeveel dieren er in totaal zijn en waar ze verblijven.
Februari is de maand van de haas. Dit dier is veel minder zeldzaam dan de ijsvogel en Veling verwacht dan ook meer meldingen. In maart volgt de citroenvlinder, in april het parapluutjesmos.
Bron: ANP