Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de Maan, maar wist u dat er ook getijde is in het heelal? Of dat de waterstroming in de zee te vergelijken is met een lopende band? En hoe ontstaat de plastic soep? Fysisch oceanograaf Kees Veth van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (
NIOZ)
vertelt in Vroege Vogels over de wonderen der zee.
Het getij is de verticale waterbeweging die optreedt onder invloed van met name de zwaartekracht van de maan. Het gevolg hiervan is een wisselende waterstand. De periode van het stijgen van het water heet vloed, die van het aflopen eb. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimum hoogte laagwater of laagtij.
De stromingen in de oceaan worden veroorzaakt door de luchtstromingen op aarde. De wind zorgt er voor dat de stromingen ook blijven stromen. Oceaanstromingen kunnen gezien worden als hele grote rivieren in de zee. De stromingen onder de oppervlakte worden niet veroorzaakt door de wind, maar door de verschillende dichtheden van water. Water met een grote dichtheid beweegt onder warmer water met een lagere dichtheid. De dichtheid van het water hangt af van de temperatuur en de zoutheid.
De plastic soep is de enorme berg afval dat vanuit de hele wereld met de stromingen mee naar een plek in de Stille Oceaan is gedreven. Vermoedelijk zijn er meer van dit soort verzamelplekken in de oceanen en zeeën. Het probleem is dat plastic niet vergaat. Het breekt af in minuscule stukjes, die onderdeel van het water gaan uitmaken. Uiteindelijk komen die deeltjes in de voedselketen terecht of zakken naar de bodem
Kees Veth studeerde sterrenkunde aan de Universiteit Utrecht. Na een paar jaar docent te zijn geweest op een lerarenopleiding kwam hij in 1976 terecht bij het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel. Tot zijn pensionering, december vorig jaar werkte hij er als fysisch oceanograaf. Nu is Veth betrokken bij de publiekssterrenwacht op Texel en gids bij Natuurmonumenten, in het bijzonder op het kweldergebied ‘De Schorren’.