Regenwormen spelen een belangrijke rol bij de emissies van broeikasgassen vanuit de bodem. Omdat de wormen organische stof in de bodem stabiliseren, dragen ze bij aan verlaging van de CO2-emissie vanuit de bodem. Daar staat tegenover, blijkt uit recent onderzoek van Alterra en de sectie Bodemkwaliteit van Wageningen Universiteit, dat de wormen de emissie van lachgas (N2O) fors verhogen onder bepaalde omstandigheden.
In een laboratoriumexperiment van gastonderzoeker Elena Rizhiya nam de lachgasproductie vanuit gewasresten met een factor 18 toe in de aanwezigheid van bepaalde soorten regenwormen. De wormen produceren zelf N2O, maar belangrijker is dat ze gewasresten naar plekken in de grond brengen waar N2O gevormd kan worden. Dat laatste kan overigens ook gebeuren na het machinaal omploegen van de grond. Begeleider Jan Willem van Groenigen wil nu nader onderzoek doen naar bodemmanagement strategieën die de emissie van lachgas beperken.