Wilde bijen achteruit door bloemengebrek
• 27-11-2014
• leestijd 1 minuten
Uit onderzoek van stuifmeel van bijen uit museumcollecties blijkt dat het verlies aan bloemen in het landschap wel eens een belangrijke oorzaak van de achteruitgang van wilde bijensoorten zou kunnen zijn. Dit werd al langer vermoed, maar tot op heden ontbrak hiervoor het bewijs. Dat bewijs is nu geleverd aan de hand van museumcollecties.
Seizoen
Alterra-onderzoeker Jeroen Scheper heeft samen met collega’s van onder andere de universiteiten van Wageningen, Leiden en Nijmegen het stuifmeel van bijen in museumcollecties onderzocht. Bijensoorten die vroeg in het seizoen actief zijn doen het relatief beter dan soorten die later actief worden. Dit komt waarschijnlijk doordat het bloemaanbod in het huidige agrarische landschap in Nederland in het voorjaar nog meevalt, maar dat dat later in het seizoen, vanaf juli, beperkt is. Ook de lichaamsgrootte van de bijen bleek een rol te spelen. Jeroen Scheper: “Grotere soorten zijn harder achteruitgegaan dan kleinere soorten. Wellicht omdat zij meer voedsel nodig hebben en dus afhankelijk zijn van een groter bloemaanbod.”
Waardplanten
Om de achteruitgang van de bijen te keren, zijn we er niet met het inzaaien van standaard bloemenmengsels, zoals nu veel gebeurt. “Dat biedt slechts soelaas aan een beperkt deel van de Nederlandse bijensoorten.” Volgens de auteurs zijn gerichte maatregelen nodig om de beschikbaarheid van de voorkeurswaardplanten van de verschillende soorten in het landschap te bevorderen.