Werkgevers willen aardgasgeld investeren in economie
• 31-01-2007
• leestijd 2 minuten
De aardgasopbrengsten moeten voor een groot deel worden geïnvesteerd in de economie. Het geld moet vooral gaan naar wegen, kust- en dijkversterking, nieuwe technologie en CO2-arme energie. Daarvoor pleiten de werkgeversorganisaties MKB Nederland en VNO-NCW in een Deltaplan dat zij woensdag hebben gepubliceerd.
Volgens het plan moet tot en met 2020 uit het aardgasgeld 40 miljard euro extra worden gestoken in deze versterking van de economische structuur. Het vorige kabinet had al 20 miljard voor projecten bestemd, zodat in totaal 60 miljard van de aardgasbaten naar investeringen in de economie zou gaan.
Bij een olieprijs van 50 tot 60 dollar per vat komt tot 2020 ongeveer 100 miljard aan aardgasgeld binnen. Wat na de investeringen resteert, moet volgens de werkgevers helemaal naar aflossing van de staatsschuld gaan. Is de prijs van olie hoger, dan gaat er meer naar de staatsschuld; valt die lager uit dan gaat er minder naar de staatsschuld. Aardgasgeld mag niet meer worden gebruikt voor andere zaken, vinden de werkgevers.
Rond 2040 komt een einde aan de aargasvoorraad in de Nederlandse bodem. Het is zaak het aardgasgeld dat tot die periode binnenkomt goed te gebruiken, aldus de werkgevers. ,,Ons land moet ook voor de toekomstige generaties een land zijn waarin met plezier en enthousiasme wordt geleefd en gewerkt. Straks moeten onze kleinkinderen kunnen zeggen: 'ze hebben het goed gedaan, we hebben wat gehad aan dat gasgeld.¶Volgens de huidige verdeelsleutel gaat eenderde van de opbrengst naar investeringen en dat vinden de werkgevers te weinig. De exacte hoogte van het bedrag hangt af van de olieprijs, waaraan de prijs van gas is gekoppeld.
De werkgevers hebben voor de periode tot 2020 al aangegeven waar de 40 miljard extra naar toe moet. Zij hebben 7,5 miljard bestemd voor bescherming tegen het water, een zelfde bedrag voor duurzame energie, 12,5 miljard voor wegen, spoorwegen, en schone vervoersmiddelen en nog eens 12,5 miljard voor kennis en innovatie.
Voor de periode daarna moet er een nieuw Deltaplan worden opgesteld.
Bron:ANP