Wel of geen CO2-opslag
• 18-12-2015
• leestijd 2 minuten
De inkt van het klimaatakkoord in Parijs is nauwelijks opgedroogd, of de discussie is al opgelaaid over hoe precies de CO2-uitstoot verlaagd kan en moet worden.
In veel scenario’s is er sprake van het afvangen en opslaan van CO2, kortweg CCS (Carbon Capture and Storage). Volgens Jan Paul van Soest, duurzaamheidsdeskundige, hoor je voorstanders van CCS zeggen, dat bij elk scenario dat wordt toegepast om opwarming van de aarde te beperken tot 1,5- 2 graden, we niet zonder CCS kunnen. Sterker nog; om de opwarming tijdig te stoppen, zal er meer CO2 afgevangen worden dan er uitgestoten wordt. Wil je tot negatieve CO2 emissies komen, dan zul je dus niet alleen de CO2 van fossiele brandstoffen moeten beperken via CCS, maar zal ook meegstookte biomassa in centrales afgevangen moeten worden.
De tegenstanders zeggen dat de overgang naar fossielvrije energieopwekking zo snel mogelijk moet plaatsvinden en dat CCS niet nodig en niet wenselijk is. Bezwaren die worden aangedragen tegen CCS is dat het geld dat ermee gemoeid is niet ten goede komt van het ontwikkelen van hernieuwbare energietechnieken. Bovendien zou het gevaarlijk zijn. Dat laatste valt mee. Je kunt het volgens Van Soest vergelijken met andere industriële gassen. Daarbij geldt ook dat de opslag bovengronds gevaarlijker en kwetsbaarder is dan ondergronds. Bij de plannen om CO2 op te slaan onder Barendrecht hadden de autoriteiten de bevolking veel meer mee moeten laten denken. Dan was er waarschijnlijk ook minder weerstand tegen ontstaan.
Reële prijs
Om de uitstoot van CO2 versneld te doen stoppen ziet Jan Paul van Soest vooral een reële prijs voor de uitstoot ervan. Dat betekent dat je praat over zeker 50 euro per kiloton CO2, zegt hij. Energieproducenten en grote industriële gebruikers zullen dan eerder de afweging maken om over te schakelen op schone energie of aan CCS te gaan doen.