Door de strenge vorst begin maart, zijn er dit jaar weinig wespen. ,,Door de heel lage temperatuur begin maart, terwijl de lente eigenlijk al in aantocht was en de wespen zich daar op voorbereidden, gingen veel wespen dood'', zei biologe M. van Damme van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) vrijdag.
,,Door zachte winters ontstaan al vroeg in de zomer wespenplagen, maar dat is dit jaar niet het geval'', aldus Van Damme. Het 'tekort' aan wespen kan leiden tot een muggenplaag; wespen eten veel muggen en vliegen. Als het in augustus nog warm wordt, groeien de larven die nu in de plassen op platte daken leven uit tot een muggenplaag doordat er zo weinig wespen zijn.
Tot nu toe zijn er dit jaar niet veel muggen, maar wel veel vliegen. Volgens insectendeskundige Y. Jongema van de afdeling entomologie van de Wageningen Universiteit eten wespen helemaal geen muggen, wel vliegen. ,,Het is ook logisch dat wespen geen muggen eten. Muggen zijn nachtactief, wespen zijn dagdieren.''
Ook de verklaring dat er dit jaar weinig wespen zijn door de strenge vorst van begin maart, zou hij niet voor zijn rekening willen nemen, zei hij vrijdagmiddag. ,,Augustus is de wespenmaand, maar het zullen er dit jaar zeker minder zijn dan in andere jaren. Hoe dat komt, is niet zomaar te zeggen. Dat er minder wespen zijn kan ook komen door ziekte, de temperatuur of het klimaat. Het ene jaar zijn er meer wespen en het andere jaar minder. Het heeft ook met voedselaanbod te maken'', aldus Jongema.
Volgens de insectendeskundige zijn zachte winters slechter voor het insectenbestand, dan strenge ,,want ze passen zich aan het klimaat aan. Als het goed koud is, verbruiken ze nauwelijks energie. Is de winter zacht, dan verbruiken ze wel energie waardoor ze in een slechtere conditie komen.''
De afdeling entomologie constateert de afgelopen jaren een toename van teken die besmet zijn met de ziekte van Lyme. De besmetting trekt vanaf de kust naar het binnenland, in Wageningen is al 30 procent van de teken besmet. De teken kunnen worden verspreid door bijvoorbeeld muizen. In jaren dat er veel eikels zijn, neemt ook het aantal muizen toe en daarmee het aantal teken.