De afgelopen jaren is het aantal waarnemingen van volwassen Snotolven die naar de Zeeuwse Delta trekken gestaag afgenomen. Ook de afgelopen winter hebben opmerkelijk weinig sportduikers waarnemingen van deze vis en hun einesten gemeld. De neerwaartse trend van de afgelopen jaren lijkt hiermee nog verder doorgezet te zijn.
De Snotolf
De Snotolf is een Noordwest-Europese vissoort die vanaf de Noordzee en Atlantische oceaan in de winter voor de voortplanting naar de ondiepe wateren trekt. Een aantal van deze dieren trekt naar de ondiepe wateren van de Zeeuwse kust. Eerst arriveren de kleinere mannetjes (tot maximaal 35 centimeter). Zij zoeken een geschikte nestplaats en bereiden deze voor op de komst van de grotere vrouwtjes. Dit kan onder andere een geschikte grote steen of een hoekje in een oesterrif zijn. Dit poetsen ze dan helemaal schoon om er door het vrouwtje eieren op af te kunnen zetten. Ondertussen verandert de kleur van de vis in een prachtig oranje tot soms zelf roze paaikleed. De bijna prehistorische vorm, de kleur van het paaikleed en het paaigedrag van de Snotolven maken de soort een geliefde waarneming voor sportduikers die het koude zeewater in de maanden december tot april hiervoor graag willen trotseren.
Aantal waarnemingen neemt af
Echter, dit koude hoogtepunt is
vanaf 2011
bij herhaling meer een ijskoud dieptepunt geweest. Het aantal waarnemingen van volwassen Snotolven in de winter is jaarlijks afgenomen. En ook de afgelopen winter hebben sportduikers weer minder Snotolven in zowel de Oosterschelde als ook het Grevelingenmeer gevonden. De reden hiervoor is onbekend. Mogelijk is het gewoon een natuurlijke fluctuatie in het aantal Snotolven dat de Zeeuwse Delta in is getrokken? Mogelijk zoeken ze meer de locaties op waar geen sportduikers komen? Maar andere oorzaken als de visserij op Snotolven of veranderingen in de leefomgeving zijn zeker ook niet uit te sluiten. Hierbij denkt stichting anemoon meteen ook aan de klimaatverschuiving of voor het Grevelingenmeer bijvoorbeeld de afnemende waterkwaliteit. Hoogstwaarschijnlijk is de sterke en gestage achteruitgang van het aantal waarnemingen in de afgelopen jaren het gevolg van de optelsom van meerdere van deze factoren.
De ontwikkelende embryo's van Snotolven, Oosterschelde 2011 (Bron: Peter H van Bragt)
Waar zijn ze voor het laatst gezien?
Nog niet zo lang geleden was het niet zo moeilijk om in de winter bij een duik bij bijvoorbeeld Sint-Annaland 3 tot soms wel meer dan 7 volwassen Snotolven aan te treffen. Zij verbleven hier dan meerdere maanden om de ontwikkelende embryo’s in de einesten te bewaken. Ook bij de Zeelandbrug bij Zierikzee was het jaarlijks altijd goed Snotolven spotten. De afgelopen maanden heeft Stichting Anemoon daar bij de meeste duiken geen of slechts een enkele Snotolf en ook maar een enkel ei-nest aangetroffen. Waarnemingen uit het Grevelingenmeer waren al beperkt in aantal, maar deze winter zijn er, voor zover bekend is, nog helemaal geen Snotolven uit dit gebied van de Zeeuwse Delta gemeld.
Sportduikers die de afgelopen maanden alsnog onder de Nederlandse zilte golven Snotolven hebben aangetroffen kunnen waarnemingen melden bij
Stichting ANEMOON
of op
Telmee.nl.