Weblog Peer de Rijk: bezoek aan Java
• 09-12-2007
• leestijd 4 minuten
Een kort stukje dat drie enerverende dagen en vier minstens zo enerverende nachten moet beschrijven. Met 7 mensen in een auto naar Java, de twee locaties bezoeken waar Indonesië denkt kerncentrales te gaan bouwen. Twee chauffeurs, twee islamitische vrouwen die lokaal actief zijn, de anti-kernenergie activist uit Djakarta, mijn collega en ik. We hebben vantevoren het schema doorgenomen dus we weten dat we steeds in de nacht zullen reizen. Iets te makkelijk over gedacht, het verkeer is een levende hel op aarde, de vrouwen mogen alleen bij elkaar zitten en niet naast een man, de twee chauffeurs zijn stoer en zwijgzaam, Java is erg groot en ik houd absoluut niet van autorijden. In elk geval ben ik nu totaal brak en zweef ik door het conferentiecentrum. We zijn er ‘echt even helemaal uit geweest’.
Het prachtige landschap hebben we nauwelijks gezien want we zijn overdag voortdurend van dorp naar dorp getrokken om in de hete zon of onder een soort snel opgebouwde feesttent met vissers, boeren en studenten te praten. Onder de enthousiaste leiding van Gus Nung, lokaal voorzitter van de liberale Islamitische gemeenschap en zeer invloedrijk, praten we met iedereen die we tegenkomen, we houden toespraakjes, we horen vooral eindeloos veel toespraakjes en zijn ontroerd door de enorme hartelijkheid waarmee we overal ontvangen worden. Hup, met een wrak maar wonderschoon vissersbootje de zee op om vanaf het water naar de baai te varen waar de kerncentrale zou moeten komen, hup mee naar een moskee omdat de vrouwen die met ons meereizen steeds op tijd hun gebeden willen zeggen. Overdag mogen we twee keer rusten in een grote Islamitische school die opgezet is door Gus en zijn vrouw; een liberale, vrolijke en sterke vrijhaven in een gebied dat toch wel geteisterd wordt door oprukkend fundamentalisme enerzijds en enorme corruptie van de overheid anderzijds.
De koepel van de stroming waar Gus geestelijke leiding aan geeft heeft afgelopen zomer de Fatwa (een?) uitgesproken over kernenergie. We proberen te ontdekken wat dat precies betekent. Volgens Gus is het simpel; je mag de aarde niet vuiler achterlaten dan je hem aangetroffen hebt. Dat is lastig, geeft hij toe, en wijst op zijn auto en de plastic waterfles, maar kernenergie en radioactief afval is heel andere koek. En met wat citaten uit de Koran illustreert hij dit standpunt. Dit deel verstaan we niet maar de boodschap is helder.
De boeren en vissers weten weinig van de technische aspecten van kernenergie, ze weten ook helemaal niet dat in Bali de wereldgemeenschap probeert tot afspraken te komen om het klimaat te redden. Wel weten ze heel goed te articuleren waarom ze geen kerncentrale willen, uiten ze met passie het gevoel dat ze genaaid te worden (excuseer het woordgebruik) en vertellen ze over hun sterke behoefte aan vrede en rust. Die wordt regelrecht bedreigd door de geplande bouw van een van de meest ingewikkelde en gevaarlijke fabrieken ter wereld.
Vier jaar geleden is op ongeveer dezelfde locatie kolencentrale gebouwd, de dorpelingen hebben er absoluut geen profijt van gehad – alleen maar verstoring, stank, evacuatie van een deel van het dorp en onbegrijpelijke acties vanuit een overheid die er niets aan doet om het uit te leggen.
En ze weten wel degelijk dat bij een kerncentrale straling hoort; ook als er geen ongeluk gebeurt komt er straling vrij. En dat dat gevaarlijk is voor het gewas, de vis, hun kinderen en zwangere vrouwen. We horen het aan, zijn onder de indruk van de wilskracht en delen onze kennis en ervaringen. We beloven in Nederland te vertellen van hun strijd en ze te ondersteunen waar we maar kunnen. En we delen, na wat aarzeling, de stickers in het Bahasa Indonesia uit. Terwijl we dachten dat ze dat misschien maar belachelijk zouden vinden (de witjes die wat glimmends komen uitdelen aan de zwartjes, dat gevoel) worden ze met gejuich ontvangen en worden ze in luttele minuten op brommers, huizen en auto’s geplakt. Opeens is alles rood en geel. Op naar de volgende ontmoeting, nu met studenten die speciaal twee weken de dorpen afgaan om de bewoners (vaak ouders en andere familie) bij te staan en te helpen, met het schrijven van brieven, het uitleggen van de overheidsstructuur en ook wel het opjuinen van de gevoelens van boosheid.
Misschien lukt het later nog wat foto’s te plaatsen. Nu ben ik echt helemaal op en ga ik dom achter een kop koffie zitten wachten op een interview dat om 4 uur plaatselijke tijd wordt afgenomen. De onderhandelingen slepen zich voort, er is enthousiasme dat China mee lijkt te willen gaan doen, er is boosheid over Maleisië die (als land met veel bos) een belangrijke stem heeft en alleen maar lijkt te willen traineren.
Peer de Rijk - 8 december 2007