22 januari 2007
Terug aan boord
Het is 11 maanden en 5 dagen sinds ik voor het laatst over de loopplank van de Esperanza liep. Voorlopig is dit actieschip weer mijn thuis. Alle typische scheepshandelingen waar ik de vorige reis aan gewend was geraakt komen weer terug. Tot dertig tellen voor het doorspoelen van de toilet, het rondje voor het afval (ik ben voorlopig weer de garbologist) en het wachtlopen. Het meeste is nog precies hetzelfde.
De walvisvloot vinden
Onder de bemanning een aantal nieuwe gezichten. Zij lopen met dezelfde vragen rond als ik vorig jaar. “Hoe zwaar wordt het op zee, wat kunnen we verwachten tijdens de acties, hoe is het om een walvis afgeschoten te zien worden, word ik zeeziek, wanneer zie ik mijn eerste ijsberg?” Dit zijn geen verrassingen meer voor mij. Toch ben ook ik erg benieuwd naar hoe alles zal gaan dit jaar. Hoe pakken onze nieuwe ideeën voor acties uit en welke aanpassingen heeft de Japanse vloot gemaakt? En hoe kunnen we de suggesties van bezoekers meenemen bij onze acties? Maar de belangrijkste vraag voor nu: lukt het ons de walvisvloot te vinden in die immens grote oceaan rond Antarctica?
Aanslag op de Rainbow Warrior
Dit jaar vertrekken we vanuit Nieuw Zeeland. Voor ik aan boord ga is er een plek waar ik absoluut heen wil: de laatste rustplaats van de Rainbow Warrior. Op 10 juli 1985 is dit Greenpeace-schip tot zinken gebracht door de Franse geheime dienst in de haven van Auckland. Eenmaal onder water geniet ik van het vele leven dat ik zie rond het wrak. Het is helemaal overgroeid met planten en er zwemmen veel vissen over het dek en in het ruim. Op het achterdek zie ik een witte steen met een vredesduif. Het is de herdenkingssteen die er anderhalf jaar geleden tijdens een herdenking op geplaatst is. Ik vind het heel bijzonder de Rainbow Warrior in het echt gezien te hebben. Een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van Greenpeace en in die van Nieuw Zeeland. Want het was niet alleen een aanslag op Greenpeace, maar ook de enige aanslag ooit op Nieuwzeelands grondgebied door een ander land.
Hoe meer ideeën voor acties, hoe beter!
Mijn eerste klus aan boord is bezoekers van een open dag te ontvangen op de brug. Vier uur lang praat ik met mensen over alles wat er te zien is op de brug, mijn ervaringen van vorig jaar en onze plannen voor deze expeditie. De mensen hebben veel vragen en komen met allerlei suggesties voor acties. Ook op de website blijven de acties binnenstromen. Hoe meer, hoe beter! Door de week breng ik de meeste tijd door op het dek. De druk neemt toe, want we hebben nog maar een paar dagen en dan gaan de trossen los. Er moet veel geschilderd worden en elke dag worden er allerlei bestellingen afgegeven. Dit betekent ook weer veel opruimen om al deze spullen een plek aan boord te geven. En die plek moet solide zijn want in het walvisreservaat bij Antarctica waait het harder dan waar ook ter wereld.
29 januari
Schiet op, schiet op, we gaan vertrekken!! Het is tien minuten voor twaalf. Ik ben nog water in mijn gezicht aan het gooien om wakker te worden van een paar uurtjes slapen na mijn wacht van vier tot acht uur ‘s nachts. Wanneer ik het dek oploop, zie ik een kade vol mensen die ons uitzwaaien en succes wensen. Nolan, een engineer met wie ik eerder heb gevaren en die in Nieuw-Zeeland woont, loopt snel naar de railing en geeft mij een zoen op mijn hand als afscheid. We halen de trossen binnen en zwaaien tot we niet meer kunnen. Het is nu echt zo ver. Dit is het moment waar we zo lang op hebben zitten wachten. We gaan!
Nu wordt pas echt duidelijk wie er allemaal meegaan. De bemanning bestaat uit 38 mensen uit zestien landen en we spreken tien verschillende talen. Velen van ons hebben al eerder meegevaren tijdens een expeditie naar de wateren rond Antarctica. Het water is kalm en het is stil aan boord in vergelijking met alle drukte van de afgelopen weken in Auckland. Terwijl ik dit schrijf hoor ik alleen zachtjes de motoren en het water dat langs de boeg stroomt.
Voordat we na de lunch aan het werk gaan, komen we bij elkaar op het helidek om stil te staan bij het overlijden van een goede vriend van ons, Richard Watson. Hij was zeer gedreven met actievoeren voor een betere wereld. Achttien jaar lang heeft hij zich voor Greenpeace ingezet. Velen van ons hebben met hem samengewerkt. Frank, onze kapitein gooit een bos bloemen voor hem in het water. Richard kennende zou hij willen dat we snel weer aan de slag gaan. We verspreiden ons over het dek om er zeker van te zijn dat alles, van de vuilnisbakken tot de rubberboten en de helikopter, stevig vast staat voor wat er komen gaat.
Ons vertrek kreeg van de Nieuwzeelandse luchtmacht nog een gouden randje. Tijdens een surveillance-vlucht tegen illegale visserij hebben ze opnames gemaakt van de Japanse vloot tijdens het jagen in de Ross Sea. Vanwege de publieke interesse voor de walvisjacht heeft de Nieuwzeelandse overheid besloten de beelden beschikbaar te stellen aan de media. We hebben nog flink wat dagen te reizen voor we in dat gebied zijn, maar met deze informatie zijn we wel weer een stukje dichterbij om ze te vinden.
Stay tuned voor volgende week!
6 februari: Traumatraining en rubberboten
Metershoge golven, veertig tot vijftig knopen wind, ijsbergen, je eten op je bord balanceren en glijden door de gangen; we zijn aangekomen in de wateren rond Antarctica. De nachten verlopen nu volgens drie verschillende scenario’s:
1. van links naar rechts rollen
2. van voor naar achteren kantelen
3. of een combinatie van 1. en 2.
Het rollen en de harde klappen van de golven tegen de boeg zijn het lastigst. Ze halen je uit je slaap en het is moeilijk om daarna weer in slaap te vallen. Die zeldzame rustige nacht ga je heel erg waarderen.
Het werken aan dek is er door het weer nog gezelliger op geworden. We mogen namelijk niets meer alleen doen. Of we nu een rol touw van het voordek moeten halen, een schroef aandraaien of trossen controleren, alles moeten we met z’n tweeën doen. We hebben veiligheidslijnen gespannen en overal op het dek dragen we reddingsvesten.
Ook de sfeer aan boord is goed. Vandaag tijdens de lunch was iedereen - de mensen met een lichtelijk groene tint in mindere mate - druk aan het kletsen en de volumeknop van de muziek stond vol open. We zijn er klaar voor. De voorbereidingen gaan goed. Voor onze veiligheid hebben we een brandoefening gedaan en hebben we van de scheepsarts een presentatie gekregen hoe om te gaan met traumasituaties.
Daarnaast hebben we twee boottrainingen gedaan. Iedereen kan zo aan de eigenschappen wennen van de verschillende rubberboten. We leren op elkaar in te spelen bij het lanceren van de rubberboten. Vooral met zwaar weer is het belangrijk dat iedereen op het juiste moment aan de touwen trekt om de rubberboot goed in het water te krijgen. We controleren de pakken op waterdichtheid en hebben de eerste materialen klaargelegd voor de start van de acties. Nu alleen nog de walvisvaarders vinden…..
Wanneer de internetverbinding het toelaat, kijk ik op
www.greenpeace.nl/walvis
. Webbezoekers kunnen daar ideeën kwijt om ons te helpen bij de walvisacties.
Een bijzonder idee komt van ‘Crazywoman’. Zij stelt voor om de wereldkampioen in Oosterse vechtkunst in te schakelen als ambassadeur. Zijn naam is Semmy Schilt, hij is Nederlander en hij meet 2m12. Veel Nederlandse vechters zijn beroemd in Japan. Semmy en de walvissen hebben bovendien een eigenschap gemeen: ze zijn beide enorm groot! Kent iemand Semmy? Wie weet, misschien zou hij dit willen doen. Ik hoor het graag!
Veel bezoekers stellen voor om mensen zowel binnen als buiten Japan te vertellen over walvissen. Kennis over het verstandelijk vermogen van walvissen, het feit dat walvisvlees niet gezond is, de beelden van het jagen, dit alles helpt om mensen te laten begrijpen dat er niet meer gejaagd moet worden op walvissen. Deze kennis uitdragen is precies wat we doen. Via allerlei soorten media en websites geven we informatie over de walvissen, de jacht en de politiek achter het jagen. In Japan is Greenpeace een serie van tv-programma’s gestart op internet waarin een Japanse vrouw en een Spaanse man door Japan reizen en in gesprek gaan met mensen over walvissen en de jacht. De website geeft ook de mogelijkheid om hierover met elkaar in discussie te gaan.
Met een aantal ideeën zijn we aan het kijken of we ze kunnen uitvoeren. Daar zullen jullie later meer over horen of van zien. En bij sommige suggesties heb ik grote vraagtekens. Toch wil ik jullie de gedachtegang van webbezoeker ‘Tinus’ niet onthouden: “Van walvisvlees word je impotent, de meeste mensen weten dat niet, maar laten we dat alsjeblieft zo houden. Met een beetje geluk zijn de walvisvleeseters eerder uitgestorven dan de walvissen”.
Tot over een week!
Jetske
12 februari 2007
IJsberen, pinguïns en walvissen!
Het voelt een beetje als stilte voor de storm. We zijn aangekomen in het walvisreservaat rond Antarctica, oftewel het gebied waar de Japanse walvisvloot opereert. Misschien vinden we ze morgen, misschien pas volgende week, of misschien wel vanavond. Het water is als een spiegel. Overal drijven stukken ijs. Grote en kleine ijsschotsen, de ene nog grilliger dan de andere. Vanwege al het ijs besluit Frank, de kapitein, om ’s avonds de motoren uit te doen en te gaan drijven. Stilte….. Het uitzicht is geweldig mooi. We zien het licht, door de avond heen, op het water en het ijs veranderen van blauw naar oranje.
De afgelopen paar dagen was er één excuus om al je spullen uit je handen te laten vallen en naar het dek te gaan, namelijk: “Icebergs on the bow!!!” Dan weet je dat er een uitzonderlijk grote of speciale ijsberg voorbij komt. Tijdens een van deze keren sta ik met zo ongeveer de helft van de bemanning op de brugvleugel aan stuurboordzijde foto’s te nemen, wanneer Sara heel voorzichtig zegt: “walvissen”…… Iedereen tuurt over het water. We staan bijna op het punt om Sara voor gek te verklaren wanneer we twee rugvinnen boven het water uit zien komen. Het plaatje is compleet. Met de ijsberg op de achtergrond en vier bultruggen die ervoor langs zwemmen is onze dag perfect. Ik kan nog net een foto maken van de staart van een van de walvissen voordat ze weer onderwater duiken.
Maar ik kom erachter dat er meerdere variaties van perfecte dagen zijn. Vandaag was er ook eentje. Iedereen staat klaar op het helidek voor een boottraining. Maar door al het ijs is het niet mogelijk om veilig met de rubberboten te varen. Na wat algemene instructies voor tijdens de acties, kunnen we weer terug aan het werk. Ik zoek mijn gereedschap bij elkaar en hoor plotseling: “Penguins on starboard side!” Ik loop over het dek naar mijn hut voor mijn camera en zie vlak langs de Esperanza een ijsschots drijven met daarop een pinguïn. Tegen de tijd dat ik met camera op het dek verschijn is de pinguïn door alle commotie aan dek ervandoor. Dan zien we op een volgende ijsberg een aantal zwarte stipjes. Frank vaart ernaartoe en we ontwaren vijf pinguïns. Ik neem zoveel mogelijk foto’s.
Op een gegeven moment moet ik mij losrukken van de pinguïns en weer terug aan het werk. Ik doe wat onbelangrijke klusjes. Dan hoor ik iemand iets zeggen over “a seal on the bow”. Hetzelfde scenario volgt: terug naar mijn hut, camera ophalen en naar de boeg. Karli, een van de campagneleiders, staat op de brugvleugel en wijst naar het helidek. En daar zie ik vlak naast het schip een ijsschot met inderdaad een grote zeehond. Hij komt even met z’n kop overeind en gaat dan weer rustig verder met slapen. Hij is niet erg van ons onder de indruk blijkbaar.
Ik red het bijna om mijn camera weer terug in de hut te leggen wanneer er weer een mededeling over de intercom wordt gedaan. Frank vertelt ons dat er een uitzonderlijk mooie ijsberg is. Drie trappen later sta ik op de brugvleugel aan bakboordzijde. En daar zie ik een ijsberg die het water lijkt te omarmen. 71 foto’s later loop ik voor die middag voor de laatste keer met mijn camera terug naar mijn hut…
Tot volgende week. Stay tuned!
Jetske
PS. Mijn voorspelling van stilte voor de storm is uitgekomen. Kapitein Frank is door een van de kapiteins van Sea Shepherd opgebeld met de mededeling dat zij de Japanse walvisvaarders hebben gevonden. De coördinaten vinden we later op hun website. De positie blijkt heel dicht in de buurt te zijn van waar we hadden verwacht ze te vinden. Niet veel later worden we opnieuw gebeld door Sea Shepherd. Ze zijn een rubberboot met bemanning kwijtgeraakt in de mist. We zetten extra motoren aan om hen te ondersteunen bij de zoektocht. Maar tegelijkertijd geven we aan dat het nog geruime tijd zal duren voordat we bij hen kunnen zijn. Het verwerkingsschip van de Japanse walvisvloot helpt Sea Shepherd met de zoektocht. In de middag horen we dat de bemanning terecht is. Gelukkig! Natuurlijk vaart de walvisvloot door en blijft het een vraagteken waar de walvisjagers precies zijn. Maar dichtbij zijn we….
22 februari 2007
Walvisjager in nood!
Het schrijven van mijn weblog is deze keer heel lastig. Ik ben al een paar keer opnieuw begonnen. De situatie waarin wij ons bevinden is zo onwerkelijk. Steeds wanneer ik denk dat ik weet waar ik aan toe ben, gebeurt er weer iets compleet onverwachts. Als dit een beetje onduidelijk en chaotisch klinkt kan dat kloppen. Dat is precies hoe de binnenkant van mijn hoofd er de laatste dagen uitziet.
Ongeveer twee weken geleden kwamen we aan in de wateren rond Antarctica en alle scenario’s waren toen nog mogelijk. Maar al snel kwam de eerste noodoproep binnen: twee bemanningsleden van Sea Shepherd worden vermist. Vermissing op zee is één van de ergste nachtmerries van zeevarenden. Zeker in deze onverbiddelijk koude omstandigheden. Ik realiseer mij weer hoe belangrijk het is dat we alle voorzorgsmaatregelen in orde hebben om dit soort situaties te voorkomen. Aan iedereen die van de brug afkomt vraag ik of er al nieuws is. We halen opgelucht adem als we horen dat de twee bemanningsleden in de loop van de middag gevonden zijn. Terug naar de orde van de dag… toch…?
Een paar dagen later moeten we onze zoektocht naar de Nisshin Maru, het verwerkingsschip van de Japanse vloot, opnieuw onderbreken voor een tweede noodoproep. Deze keer afkomstig van één van de Japanse spotterschepen, de Kaiko Maru. De aanleiding die zij geven voor de noodoproep is: “aanval van piraten”. Later horen we dat er een aanvaring is geweest tussen hen en een van de Sea Shepherd schepen, de Robert Hunter. De Kaiko Maru is onderdeel van de Japanse walvisvloot, maar neemt niet deel aan de jacht zelf. Het heeft geen harpoen. Ze varen langs de ijsgrens en geven informatie door over de locatie van het ijs aan de overige schepen van de walvisvloot. Even later horen we dat beide schepen beschadigd zijn; de Robert Hunter heeft een gat in de scheepswand, net boven de watergrens, en de Kaiko Maru een beschadigde propeller. Beide schepen blijken zelf in staat te zijn deze problemen op te lossen en het reddingscentrum geeft opnieuw door dat onze hulp niet meer nodig is. Terug naar de orde van de dag…toch…?
Tot donderdag ben ik nog helemaal ingesteld op het voeren van acties zoals vorig jaar. Ik maak spandoeken, we doen boottrainingen, veiligheidstrainingen, bespreken allerlei actiescenario’s en ik maak de videoblog over het varen in rubberboten. En dan wordt ik donderdagochtend wakker gemaakt met het bericht dat de Nisshin Maru in brand staat en dat er een bemanningslid vermist wordt die waarschijnlijk over boord is geslagen of in een brandende machinekamer is achtergebleven. We varen nu op volle kracht om hulp te bieden. Even staan mijn gedachten helemaal stil.
Het is een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant zijn we bezorgd over de situatie met de Nisshin Maru vanwege het welzijn van de bemanning en eventuele milieuschade (het Japanse schip heeft meer dan 1000 ton olie aan boord). Aan de andere kant zijn we heel erg blij dat er niet gejaagd wordt en misschien wel voor de rest van het jaar niet meer.
Mijn hersenen lijken niet te kunnen accepteren dat geen van mijn verwachtingen uitkomt en dat geen van de plannen uitgevoerd wordt. Als er niet meer gejaagd kan worden, betekent dit dat er geen acties nodig zijn. Dat is natuurlijk alleen maar goed. Toch is het net alsof ik net voor het eerst heb gehoord dat de aarde niet plat is maar rond.
De rest van de dag loop ik in een soort roes rond. Allerlei vragen vliegen door mijn hoofd. Hoe is het mogelijk dat dit heeft kunnen gebeuren? Wat gaat er verder nog gebeuren? Is er nog een kans dat het bemanningslid levend gevonden kan worden? Wanneer komen we daar aan? Wat krijgen we te zien, wat kunnen we doen? Betekent dit inderdaad het einde van het jachtseizoen op de walvissen of kunnen ze de Nisshin Maru repareren en zullen ze dan verder jagen? Of besluiten de heren in Tokyo dat de walvisjacht dit alles niet meer waard is en dat er helemaal geen walvisvloot meer naar Antarctica zal gaan? Kan er nog iets anders compleet onverwachts gebeuren? Domme vraag…
Ik zit op de brug te wachten op wat er komen gaat wanneer Neil, onze radio-operator, binnen loopt met de mededeling dat er gesprekken gaande zijn over de mogelijkheid dat we de Nisshin Maru weg gaan slepen uit het walvisreservaat. De hele brug valt stil…Wat!!????! Neil moet het nog drie keer herhalen voordat we hem geloven. De verzekeringsmaatschappij heeft ons benaderd of het mogelijk is dat wij de Nisshin Maru slepen. Met de spullen aan boord en Frank’s ervaring (Frank is de kapitein) blijkt dat mogelijk te zijn. Het scenario waarbij wij de Nisshin Maru uit het walvisreservaat wegslepen is wel het aller-allerlaatste dat wij hadden kunnen bedenken. Maar zullen ze dat ooit toestaan? Niet veel later horen we de uitspraak van van een woordvoerder uit Tokyo. Zij weigeren het aanbod omdat ze vinden dat we eco-terroristen zijn. Blijkbaar is zelfs in een noodsituatie propaganda belangrijker dan de veiligheid van hun eigen mensen.
Op zaterdagochtend zien we de Nisshin Maru voor het eerst. Ze wordt in positie gehouden door de Oriental Bluebird (bevoorradingsschip) en één van de jagerschepen. Er is ook een kustwachtschip van de VS aanwezig, maar dat vertrekt na een paar uur weer. We nemen contact op met de Nisshin Maru. Zonder succes. Dan proberen we het met de Yushin Maru. Van hen krijgen we uitleg over de situatie van de Nisshin Maru. Ze zeggen niet gesleept te willen worden maar vragen ons wel om hen te helpen aan informatie over de ijsgrens. Het is het einde van de zomer hier en het ijs komt steeds verder naar het noorden. Onze helikopter Tweety gaat de lucht in om te kijken hoe ver het ijs inmiddels gevorderd is.
De Yushin Maru vertelt ons dat ze begonnen zijn met het ventileren van de ruimtes die ze vol hebben gespoten met CO2 voor brandbestrijding. Verder bedanken ze ons dat we gereageerd hebben op de noodoproep van de Kaiko Maru en voor onze komst nu voor de Nisshin Maru. Er is dus helemaal geen sprake van vijandigheden. Later in de middag bellen ze terug met de mededeling dat ze het vermiste bemanningslid hebben gevonden in één van de afgesloten ruimtes in de machinekamer. Hij heeft niet aan de brand kunnen ontsnappen.
In de tijd die volgt houdt de Japanse bemanning ons op de hoogte van hun voortgang. De hoeveelheid CO2 in de ruimtes is nog steeds een probleem, maar door het ventileren kunnen ze steeds verder zonder beademingsapparatuur naar binnen. Één generator blijkt redelijk intact te zijn. Of ze die echt aan de praat kunnen krijgen blijft afwachten. Verder horen we dat er twee spotterschepen in aantocht zijn. Niet lang daarna zien we één van hen aan de horizon verschijnen. Met alle schepen bij elkaar lijken ze het voor nu onder controle te hebben. Ik hoor verschillende ideeën aan boord. Misschien gaan ze zelf de Nisshin Maru slepen met de jagerschepen. Of komt er een sleper die de Nisshin Maru helemaal naar Japan terug gaat varen… Wat hiervan ook echt gaat gebeuren, ik weet het niet. Afwachten maar weer…
1 maart 2007
Walvisjager in problemen
Door de onverwachtse ontwikkelingen is de Japanse walvisvloot eerder gestopt en zijn onze acties niet nodig geweest. Maar deze expeditie is slechts één deel van onze campagne.
Na zoveel jaren campagne voeren is het duidelijk geworden dat als we alleen via de Japanse bevolking kunnen bereiken dat de walvissen rond Antartica definitief worden beschermd. Uit onderzoek is gebleken dat 67% van de Japanse bevolking de jacht van walvissen rond Antarctica niet steunt. Een belangrijk deel van onze campagne is proberen ervoor te zorgen dat deze 67% gehoord worden. Het is voor ons in het westen heel moeilijk om een voorstelling te maken van hoe anders de situatie daar is ten aanzien van de discussie rond de walvisjacht. Tot dit jaar was er namelijk geen enkele discussie! Greenpeace werd niet bij naam genoemd in de media, en al onze activiteiten en politieke inspanningen van anti-walvisjacht landen werden afgedaan als anti-Japans. Om deze situatie te doorbreken, hebben wij dit jaar in onze campagne ook veel werk gedaan dat speciaal gericht was op de Japanse bevolking. Het is een andere insteek die voor een aantal mensen moeilijk te begrijpen is. Maar het is in Japan heel erg goed gegaan. Voor het eerst is er een discussie gaande. Er worden artikelen in Japan geschreven waarin Greenpeace genoemd wordt en kritisch gesproken wordt over de walvisjacht. Er is ongetwijfeld nog een lange weg te gaan. Maar er is nu een belangrijke stap voorwaards gezet.
Verder gaat het werk achter de schermen natuurlijk ook nog door. Als eerste is er de jaarlijkse vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) eind mei. Hiervoor zijn we druk bezig met campagnewerk om meer landen voor de bescherming van walvissen te laten stemmen. We richten ons op landen die tot nu toe met Japan hebben meegestemd, zoals bijvoorbeeld Denemarken. Maar we richten ons ook op landen die, volgens ons, nog veel meer zouden kunnen doen voor de bescherming van de walvis. Ook zij hebben nog steeds een grote verantwoordelijkheid om een eventuele terugkeer naar de commerciële jacht te voorkomen.
Over negen maanden wil Japan weer terug naar de wateren rond Antarctica om op dwergvinvissen te jagen. Daarnaast zullen ze het aantal vinvissen dat zij willen doden verhogen naar 50 en ook 50 bultruggen in hun quota opnemen. Wij zullen er alles aan doen om dit te voorkomen. Jij ook?
Volgende week zal ik nog een laatste video-blog maken en een korte update over de laatste dagen van de reis. Ook kun je dan een overzicht lezen van al mijn belevenissen van de afgelopen weken. Houd mijn weblog dus nog even in de gaten!
8 maart 2007
Grote vooruitgang in Japan en bijna weer thuis
Sinds het vertrek van de Nisshin Maru uit de Ross Zee hebben we bijna constant windkracht 8 - 9 gehad met windstoten van windkracht 11. Het was voor iedereen verboden het dek op te gaan, tenzij je ging checken of alles nog wel goed vast stond, en dan in ieder geval met z’n tweeën en met veiligheidsgordels aan. Een paar keer hebben we ’s middags verplicht vrij gekregen omdat het onmogelijk was om te werken zonder blauwe plekken en opengehaalde handen op te lopen. Ook alle patrijspoorten (onze ramen) werden afgedekt. We voelden ons hierdoor heel erg opgesloten. Geen frisse lucht kunnen halen en de hele dag duisternis in de hut… Maar een aantal dagen geleden werd duidelijk dat dit geen overdreven veiligheidsmaatregel was. Midden in de nacht werden we opgeschrikt door een enorme knal. In één hut voor de mijne, was de druk van een golf zo groot dat de patrijspoort stukgeslagen werd. Doordat het was afgedekt was de schade niet veel groter dan alleen die kapotte patrijspoort en een waterballet voor Paul en Slava, die in deze hut sliepen.
We komen nu dichter in de buurt van de beschutting van Australië en het weer is wat kalmer geworden. Dit geeft mij de kans om dit laatste weblog te schrijven. Nog een paar dagen en dan varen we Sydney binnen. Dan is de reis voor ons als bemanning van de Esperanza voorbij. Onze aankomst in Sydney betekent ook het einde van de Defending Our Oceans Tour van de Esperanza. In november 2005 zijn we de tour met de walvisexpeditie begonnen en nu sluiten we deze ermee af.
De walvisexpeditie dit jaar is totaal anders verlopen dan vorig jaar. Toen zijn we 29 dagen bij de Japanse walvisvloot gebleven en hebben we met onze acties ervoor gezorgd dat de walvisjagers, volgens eigen publicaties, hun quota niet hebben kunnen halen; 82 walvissen zijn toen gered. Als je meer wilt weten wat er toen allemaal gebeurd is, dan kan je dit in mijn weblogs van vorig jaar na lezen:
klik hier
!
Door de onverwachtse ontwikkelingen is de Japanse walvisvloot eerder gestopt en zijn onze acties niet nodig geweest. Maar deze expeditie is slechts één deel van onze campagne.
Na zoveel jaren campagne voeren is het duidelijk geworden dat als we alleen via de Japanse bevolking kunnen bereiken dat de walvissen rond Antartica definitief worden beschermd. Uit onderzoek is gebleken dat 67% van de Japanse bevolking de jacht van walvissen rond Antarctica niet steunt. Een belangrijk deel van onze campagne is proberen ervoor te zorgen dat deze 67% gehoord worden. Het is voor ons in het westen heel moeilijk om een voorstelling te maken van hoe anders de situatie daar is ten aanzien van de discussie rond de walvisjacht. Tot dit jaar was er namelijk geen enkele discussie! Greenpeace werd niet bij naam genoemd in de media, en al onze activiteiten en politieke inspanningen van anti-walvisjacht landen werden afgedaan als anti-Japans. Om deze situatie te doorbreken, hebben wij dit jaar in onze campagne ook veel werk gedaan dat speciaal gericht was op de Japanse bevolking. Het is een andere insteek die voor een aantal mensen moeilijk te begrijpen is. Maar het is in Japan heel erg goed gegaan. Voor het eerst is er een discussie gaande. Er worden artikelen in Japan geschreven waarin Greenpeace genoemd wordt en kritisch gesproken wordt over de walvisjacht. Er is ongetwijfeld nog een lange weg te gaan. Maar er is nu een belangrijke stap voorwaards gezet.
Verder gaat het werk achter de schermen natuurlijk ook nog door. Als eerste is er de jaarlijkse vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) eind mei. Hiervoor zijn we druk bezig met campagnewerk om meer landen voor de bescherming van walvissen te laten stemmen. We richten ons op landen die tot nu toe met Japan hebben meegestemd, zoals bijvoorbeeld Denemarken. Maar we richten ons ook op landen die, volgens ons, nog veel meer zouden kunnen doen voor de bescherming van de walvis. Ook zij hebben nog steeds een grote verantwoordelijkheid om een eventuele terugkeer naar de commerciële jacht te voorkomen.
Over negen maanden wil Japan weer terug naar de wateren rond Antarctica om op dwergvinvissen te jagen. Daarnaast zullen ze het aantal vinvissen dat zij willen doden verhogen naar 50 en ook 50 bultruggen in hun quota opnemen. Wij zullen er alles aan doen om dit te voorkomen. Jij ook?
Volgende week zal ik nog een laatste video-blog maken en een korte update over de laatste dagen van de reis. Ook kun je dan een overzicht lezen van al mijn belevenissen van de afgelopen weken. Houd mijn weblog dus nog even in de gaten!
15 maart 2007
Aankomst in Sydney and vertrek naar Tokio!
Na 42 dagen en 7.000 zeemijlen sta ik ‘s ochtends op de boeg uit te kijken naar Sydney. Onze aankomst in de haven is een bijzondere ervaring. Het operagebouw, de Harbour Bridge, mensen in bootjes en op de brug die naar ons zwaaien. Het blijft elke keer een rare gewaarwording om na een lange tijd weer land en stad te ruiken en om andere gezichten te zien dan de 37 die zo vertrouwd zijn geworden de afgelopen twee maanden. Geen ijsbergen, geen hoge golven, geen albatrossen – maar kantoren, bomen, auto’s en mensen. Vooral veel mensen. Naast me hoor ik: “We kunnen nog weg, keer om.” En ik begrijp precies wat ze bedoelt. Zodra de loopplank uit is zal de sfeer die wij de afgelopen tijd aan boord hadden over zijn. Vreemde mensen zullen door “ons” schip lopen. Mensen die niet weten waar ze dingen kunnen vinden, die niet dezelfde discipline en routine hebben die nodig is om met veel mensen dicht op elkaar samen te kunnen leven. De sfeer aan boord is heel erg goed geweest en ik weet dat ik iedereen ga missen. Het is tijd om afscheid van elkaar te nemen en tegelijkertijd van de magie van de natuur rond Antarctica. Het is opnieuw een voorrecht geweest om er te mogen zijn.
In Sydney breekt een hectische tijd aan. Vlak voor onze aankomst zijn we opnieuw verrast door een onverwachtse beslissing. De walvisexpeditie blijkt toch nog niet voorbij. Er is besloten dat de Esperanza na twee dagen bevoorrading en het wisselen van de bemanning zal doorvaren naar Japan! De afgelopen maanden heeft Greenpeace hard gewerkt aan het opzetten van een discussie over de walvisjacht met de bevolking van Japan. En dat is gelukt. Voor het eerst worden er vragen gesteld over de geldigheid van de walvisjacht door de Japanse overheid. Als de Esperanza straks aankomt in Tokio is het plan om vertegenwoordigers van het Japanse Visserij Agentschap en het Instituut voor Walvis Onderzoek aan boord uit te nodigen.
Ongeveer de helft van de bemanning blijft aan boord. Ik hoor bij degenen die de rest van de reis thuis via de weblogs van de internationale site
http://weblog.greenpeace.org/oceandefenders/
moeten volgen. Zouden alle gebeurtenissen van de afgelopen weken het einde kunnen zijn voor de Japanse walvisjacht rond Antarctica? De brand aan boord, een week stuurloos in de Ross Zee, de internationale oproep om te stoppen – misschien zorgen al deze factoren samen er voor dat de Japan volgend jaar niet meer uit zal varen. We zullen het zien.
Mijn bagage is bijna gepakt. Mij rest alleen nog een taxirit naar het vliegveld en een vlucht van 24 uur. Bedankt dat jullie de reis met mij hebben willen meemaken en bedankt voor alle reacties.