Waterbedrijven onderzoeken 'nieuwe' vervuilers
• 13-10-2009
• leestijd 1 minuten
De Nederlandse drinkwaterbedrijven onderzoeken de gezondheidsrisico's van 'nieuwe' vervuilende stoffen die in het water zijn aangetroffen. Zij kijken of bepaalde stoffen zodanig op elkaar inwerken, dat ze samen een gezondheidsrisico vormen.
Dat meldt het KWR Watercycle Research Institute uit Utrecht dinsdag. Onderzoeker Merijn Schriks van dit instituut heeft vijftig nieuwe stoffen die in drinkwater zijn aangetroffen onderzocht op gevaar voor de volksgezondheid. Hij vond vijf chemische stoffen (benzeen, 1,4-dioxane, NDMA carbamezepine en twee perfluorverbindingen) die in de gaten gehouden moeten worden, omdat hun concentratie snel te hoog wordt.
De Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft voor veel vervuilers drinkwaternormen vastgesteld. Maar door verbetering van onderzoekstechnieken zijn er steeds meer stoffen op te sporen in een watermonster, terwijl er ook steeds nieuwe middelen ontstaan die in het water terechtkomen.
Schriks deed onderzoek in grondwater, drinkwater en oppervlaktewater in de Rijndelta. Hij zocht naar stoffen als geneesmiddelen, resten van benzine, gewasbestrijdingsmiddelen en resten van medische contraststoffen. Alle vervuilers werden aangetroffen, maar de meeste in zo'n lage concentratie dat ze geen effect op de gezondheid hebben.
Voor een deel van de 'nieuwe' stoffen bestaat nog geen drinkwaternorm. Schriks heeft voor de door hem onderzochte stoffen indicaties vastgesteld, die de drinkwaterbedrijven als richtlijn kunnen gebruiken. Hij publiceert zijn onderzoek en de normen in het internationale vakblad Water Research.
Bron: ANP