Zand dat weggeslagen is bij Hollum komt op oost Ameland weer terecht, hierdoor wandelt het eiland langzaam naar het oosten. Deze wandeling wordt toegejuicht en zelfs een handje geholpen door de aanleg van stuifkuilen.
Een stuifkuil is een gat in het duin, waardoor het zand de kans heeft verder het land in te waaien. Volgens Richard heeft dat twee grote voordelen: het binnenland wordt hierdoor langzaam hoger waardoor het met de zeespiegel meestijgt en het kalkrijke zand zorgt voor een grotere biodiversiteit in de natuur.
Niet iedere eilandbewoner is blij met het doorsteken van duinen, die duinen zijn er namelijk ter bescherming en bovendien zijn ze ooit opgeworpen door vele handen van de eilanders zelf.
Één van die harde werkers is Karel van de Geest. Langs de hele kust heeft hij helmgras gepland, duizenden bosjes, rij na rij en bij hem doet het doorsteken dan ook pijn.