Zodra er slecht weer op komst is, verdwijnen bijna alle insecten naar hun schuilplekken. Plots hoor je geen muggen meer om je oren zoemen en zijn er maar weinig tot geen vlinders te bekennen. De meeste insecten blijken te weten wanneer het gaat regenen, maar hoe kan dat eigenlijk?
Bruinrode heidelibel
© Bruinekikker
Veel insecten hebben een soort haartjes op hun lichaam zitten, die werken als een soort barometers. Dit betekent dat de insecten verschil in luchtdruk kunnen waarnemen. Als zij verschil in luchtdruk waarnemen, dan weten ze dat het weer gaat veranderen. Bij een lagere druk zal het waarschijnlijk gaan regenen en zullen ze dus minder actief worden.
Uit onderzoek van Nature blijkt dat motten en bladluizen bijvoorbeeld het paren vermijden zodra er slecht weer op komst is. De vrouwelijke insecten verspreiden minder feromonen wanneer ze waarnemen dat de luchtdruk verandert. Kevers paren wel, maar slaan het paringsritueel daarbij over. Met het overslaan van het paringsritueel besparen ze tijd en energie.
Tengere pantserjuffer met ochtenddauw
© Boogschutters
De meest waarschijnlijke verklaring voor dit fenomeen is dat insecten niet in de regen willen zijn, omdat de regen gevaarlijk voor ze kan zijn. Een regendruppel is in verhouding heel groot voor een insect en kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Het is veiliger voor de insecten om zich te verstoppen. Voor vliegende insecten is het bovendien lastiger om te vliegen als de vleugels nat zijn.
Er zijn natuurlijk ook insecten die juist wél van water houden. Op dit filmpje zie je bijvoorbeeld een duikerspin, de enige spin die vrijwel zijn hele leven onder water doorbrengt. Dit kan hij door zijn web te vullen met lucht. In de video zie je hem een luchtbel maken.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.