VN-top in Den Haag over bedreigde dieren en planten
• 25-05-2007
• leestijd 2 minuten
In Den Haag debatteren vertegenwoordigers van 171 landen van 3 tot en met 15 juni over bedreigde planten- en dierensoorten. Tijdens de VN-conferentie wordt de koers uitgezet voor de periode tot 2013 en wordt bekeken welke soorten meer of minder bescherming nodig hebben.
Centraal daarbij staat het zogeheten Cites-verdrag dat sinds 1975 de internationale handel reguleert en zo 5000 dieren en 28.000 soorten planten beschermt.
De conventie vindt telkens op een ander continent plaats en is nu sinds de eerste bijeenkomst in Bern voor het eerst weer in Europa. ,,Het is een soort rondreizend circus. Maar we zijn niet zo in trek als de Olympische Spelen. Steden staan niet te dringen om ons te krijgen'', stelt Willem Wijnstekers vast. Wijnstekers is sinds 1999 secretaris-generaal van Cites, dat staat voor Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora.
Cites werkt met drie categorieën bedreigde planten- en dierensoorten. Voor soorten in de zwaarste groep, de zogeheten Appendix I, is geen handel toegestaan, tenzij het gaat om bijvoorbeeld fokprogramma's voor dierentuinen. In die groep zitten bijvoorbeeld walvissen, tijgers, neushoorns, mensapen, en Afrikaanse olifanten. Bijlage 2 staat handel toe, maar legt vast hoeveel er gevangen mag worden, zoals bij belugakaviaar. In de derde groep staan soorten die in ten minste een land zijn beschermd. Een land zoekt op deze manier steun bij andere landen om de handel te controleren.
Nederland behoort sinds 1984 tot de 171 Cites-landen. ,,Het is eigenaardig dat landen lid willen worden, want als lid riskeer je dat je binnen de kortste keren een handelsbeperking krijgt. Maar het is blijkbaar belangrijk om mee te praten en erbij te horen'', aldus Wijnstekers.
Volgens de Nederlander is het unieke van Cites dat het een stok achter de deur is. Als een land na drie jaar niet rapporteert en de wetgeving niet op orde heeft, volgt de aanbeveling om handel met dat land te stoppen.
Op voorstel van Europa gaat wellicht ook gekeken worden naar de gevolgen voor bijvoorbeeld ontwikkelingslanden. Wijnstekers: ,,Cites is niet alleen voor dieren en planten, maar kijkt ook naar de gevolgen voor lokale gemeenschappen. Wij willen proberen om landen te belonen die hun soorten behouden. Als ze willen handelen, moeten we zorgen dat het duurzaam gebeurt.''
Wijnstekers signaleert dat ook commerciële vis en hout Cites binnendruppelen. ,,We zijn nu politieman aan het worden voor marginaal belangrijke soorten. De aangesloten landen willen veel, maar bij alles dat er nu bijkomt, wordt het budget een groot probleem. Met 4,5 miljoen dollar per jaar, zestien professionals en twaalf man ondersteunend personeel lopen we aan tegen de grens van wat mogelijk is. Als het politiek nodig wordt gevonden die taken erbij te geven, moet er ook geld bij. We moeten mensen ontslaan als het budget niet met 25 procent toeneemt. ''
Bron: ANP