Vlinder leeft langer bij kil weer
• 04-06-2013
• leestijd 1 minuten
De Vlinderstichting heeft regelmatig telefoontjes van verontruste vlinder- en libellenliefhebbers ontvangen die zich zorgen maken over de gevolgen van het koude voorjaar voor vlinders en libellen. Het klopt dat vlinders van warmte houden. Warmte levert energie en ze zijn pas actief zijn als ze een lichaamstemperatuur van zo’n 30 graden Celsius hebben.
Om hun temperatuur op peil houden hebben ze de warmte van de zon nodig. Ze gebruiken hun vleugels als zonnecollectoren. De atalanta spreidt de vleugels zover mogelijk uit, zodat zijn lijf zoveel mogelijk stralen kan opvangen en omzetten in lichaamswarmte. Witjes hebben hun vleugels juist een beetje in een V staan. De witte kleur op de vleugels reflecteert de stralen. Door deze houding wordt de warmte effectief naar het lijf gebracht.
Op kille dagen als de zon zich niet laat zien zitten de vlinders helemaal in rust. Ze kruipen weg onder bladeren of tussen planten. Als ze stil zitten slijten ze ook niet en dat betekent dat ze langer zullen leven. Vlinders zoals koolwitjes, blauwtjes en vuurvlinders leven maar een paar dagen. Dat komt omdat bij een vlinder, nadat hij uit de pop is gekomen, niets meer aangroeit. Een vlinder is ‘af’ en wordt alleen maar minder. Alles wat slijt is voorgoed verdwenen en groeit niet meer aan.
Dat betekent dat koud en bewolkt weer niet direct dodelijk is voor een vlinder. Hij vindt het niet aangenaam maar leeft langer.