Staatsbosbeheer liet eind juni weten dat het goed gaat met de vleermuizen in ons land: het aantal vleermuizen zou explosief zijn gestegen. René Janssen, vleermuisonderzoeker van beroep, vindt dit een veel te optimistisch bericht. Want de keerzijde van het verhaal is dat er in de laatste 20 jaar in Nederland ook 3 soorten vleermuizen zijn verdwenen.
De bosuil maar ook onze huiskat – die graag op daken zijn klauwen naar ze uitslaat - zijn de grootste vijanden van het vliegende zoogdier.
In opdracht van de provincie Limburg inventariseert Janssen deze zomer waar en hoeveel vleermuizen er in het Zuid Limburgse Vijlenerbosch voorkomen. Dit gebied, dat ligt bij het drielandenpunt in Vaals, is één van de soortenrijkste bosgebieden van ons land. Omdat het een onoverzichtelijk gebied is, met veel hoogteverschillen, is het bijna niet mogelijk om met de zogenoemde batdetector de vleermuizen op te sporen.
Een batdetector zet de sonar van een vleermuis om in een geluid dat wij mensen kunnen horen. Om toch te achterhalen waar de vleermuizen op dit moment hun jongen verzorgen vangt Janssen ’s nachts met behulp van mistnetten vleermuizen. Alleen de zogende vrouwtjes krijgen een minuscule zender op hun rug geplakt. Zo kan Janssen de vleermuizen overdag met een antenne vinden. Doel van het onderzoek is om precies te achterhalen in welke soorten bomen de verschillende soorten vleermuizen zitten. Zodat bijvoorbeeld Staatsbosbeheer het kapbeleid er op kan aanpassen.