Je krijgt er geen griep van, maar ze zijn er wel: virussen in zee. En het zijn er veel. Heel veel! Alle zeevirussen samen bevatten net zo veel koolstof als 75 miljoen blauwe vinvissen. Professor Corina Brussaard legt uit hoe nuttig al die virussen zijn.
Brussaard werkt bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, het NIOZ op Texel. Daarnaast is zij bijzonder hoogleraar virale ecologie aan de Universiteit van Amsterdam.
In één liter water kunnen zomaar 10 miljard (!) virusdeeltjes zitten. Virussen in zee maken vooral algen ziek. En dat is maar goed ook voor het evenwicht, legt Brussaard uit, want daardoor knappen die algen open en komen alle opgeslagen voedingsstoffen weer in het water, waar ze beschikbaar zijn voor andere organismen.
Over virussen in zee is vooral heel veel nog niet bekend. Er worden nog bijna dagelijks nieuwe 'soorten' ontdekt. Op de foto hierboven staat het
Megavirus chilensis
. Die heeft zichzelf ingepakt in draden om groter te lijken. Daardoor denken algen of bacteriën dat het een lekker hapje is en worden ze opgegeten. Zo hoeft het virus zelf geen moeite te doen om cellen binnen te dringen.
Over de virussen in zee schreef Corina Brussaard onder andere een hoofdstuk in een boekje over oceaanonderzoek. Dat is te vinden op de website van de
Stichting Biowetenschappen en Maatschappij.