Cicaden staan bij veel entomologen als lastig herkenbare beesten bekend. Mogelijk doordat veel Nederlandse soorten klein zijn en pas na zorgvuldig onderzoek aan de genitaliën te determineren zijn. Door gerichte aandacht zijn er in de afgelopen jaren maar liefst vijftien nieuwe soorten voor ons land verzameld, deze worden beschreven in het nieuwste nummer van de
Entomologische berichten
. In totaal komen er in ons land nu 402 cicadensoorten voor.
Interessante levenswijze
De Nederlandse cicadensoorten zijn 2 tot maximaal 18 millimeter groot, het merendeel is circa 5 millimeter. Veel cicaden zijn prachtig gekleurd en kennen een interessante levenswijze. Mannetjes en vrouwtjes communiceren via hun zang die vooral via de plant waarop ze leven overgedragen wordt, het gaat om substraat gedragen geluiden. Cicaden hebben een geweldig springvermogen en springen veel harder dan bijvoorbeeld vlooien die juist als dé springers bekend staan onder de insecten. De verspreiding over langere afstand gebeurt vliegend.
Schade
Cicaden zijn verwant aan bladluizen, bladvlooien en witte vliegen. Allemaal hebben ze zuigende monddelen en voeden ze zich uitsluitend op plantaardig materiaal. Veel soorten zijn waardplantspecifiek wat betekent dat zij zich op slechts één plantensoort voeden of op één -genus of één -familie. Het aantal soorten dat aan allerlei planten kan eten is beperkt. Als een cicadensoort in groot aantal op een plant voorkomt, kan de plant schade oplopen door het zuiggedrag. Sommige soorten cicaden brengen tijdens het zuigen plantenziektes over die veroorzaakt worden door virussen en andere micro-organismen. In Nederland is de schade veroorzaakt door cicaden over het algemeen beperkt, maar in andere landen kan ernstige schade ontstaan aan bijvoorbeeld druiven, rijst, suikerriet en maïs.