’s-Graveland, 17 juli – In de Zeeuwse wateren zijn deze zomer minstens vijf nieuwe diersoorten ontdekt: een zeester, een neteldier, een zakpijp en twee soorten sponzen die nooit eerder in de Nederlandse zeeën zijn gezien. Jaarlijks worden door zowel biologen als sportduikers diersoorten op de Nederlandse kust aangetroffen die hier nog niet eerder werden waargenomen. Maar nooit was de oogst zo groot als nu. Dat meldde Peter H. van Bragt van Stichting Anemoon in het VARA-radioprogramma Vroege Vogels. De vijf gedetermineerde soorten zijn allen bekend van de Noord-Europese Atlantische kust of Noordzee, maar zijn nog niet eerder op de Nederlandse kust aangetroffen.
Sportduikers hebben in de monding van de Oosterschelde minstens 5 (en mogelijk 6) nieuwe diersoorten gevonden. Het betreft de zeester Amphiura brachiata, neteldier Corymorpha nutans (zandpoliep), zakpijp Molgula complanata en 2 nieuwe sponzen Suberites carnosus (weke spons) en Suberites ficus (vijgspons). Er is nog een derde spons gevonden die nog niet met zekerheid op naam is gebracht maar voor zover bekend nog niet op de soortenlijst van de Nederlandse kust voorkomt. De zakpijp is door Marco Faasse gevonden. De andere vijf zijn allen door Peter H. van Bragt gevonden en onderwater gefotografeerd.
Het is opmerkelijk dat er in zo’n korte tijd zoveel nieuwe soorten aan de faunalijst van de Nederlandse kust zijn toegevoegd. Ook is het uitzonderlijk dat al deze soorten in de monding van de Oosterschelde zijn aangetroffen. Dit doet vermoeden dat deze soorten op eigen gelegenheid vanaf de Atlantische kust of via de Noordzee naar de kust zijn gemigreerd. Mogelijke oorzaken zijn dat de aanpassingen van de natuur aan de nieuwe omstandigheden van de Zeeuwse kust door de Deltawerken nog steeds of mogelijk zelfs in toenemende mate hun invloed gaan krijgen.
Nederlandse Rotskust
Waar vroeger een zanderige schorren en slikkenkust was hebben we nu een stabiele kunstmatige rotskust aangelegd. Dijken van basalt en kunstwerken van beton vormen voor planten en dieren een prachtige rotsbodem. Zeer waarschijnlijk heeft ook het uitblijven van strenge winters de Atlantische kustsoorten meer kans geven om via natuurlijke verspreiding op onze kust aan te komen. Andere plausibele redenen voor deze spectaculaire toename van de bijzondere waarnemingen zijn de explosieve toename van de duiksport waardoor er veel meer waarnemersmomenten zijn dan vroeger en de kans op bijzondere waarnemingen ook is toegenomen. Tenslotte kan de toename van de import van oesters en mosselen vanaf de Atlantische kust ‘verstekelingen’ met zich meebrengen die zich hier kunnen vestigen.
Schaduwkanten van de rotsnatuur
Door de ‘verharding’ van de kust zijn er ook dieren die verdwijnen. Voor soorten die gebonden zijn aan de zachte slikken en schorren zijn het minder goede tijden. Mogelijk zal het schorreslakje uitsterven.
Lijst nieuwelingen van de afgelopen jaren
Enkele andere soorten die zich eerder op onze kust als nieuwkomers hebben gevestigd zijn:
Zakpijpen : Botrylloides violaceus en mogelijk ook nog Botrylloides soorten, Perophora japonica (beiden exoten)
Ribkwal: Bolinopsis infundibilum
Vis: Ruthensparrs grondel Gobiusculus flavescens
De meeste van deze soorten zijn of Atlantisch van herkomst of het zijn exoten die zich al eerder elders op de Atlantische kust hebben gevestigd en vervolgens naar onze kust zijn gemigreerd.