Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Verhalen uit de collectie Museum Boerhaave

  •  
19-10-2018
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
61 keer bekeken
  •  
rumphius_uitsnede_betere_kwaliteit.png.1360x760_q85_crop_upscale

© Rumphius - Bron Museum Boerhaave

De microscoop van Leeuwenhoek, het schelpenboek van Rumphius, de meeuwen van Tinbergen. Stuk voor stuk staan deze voorwerpen uit de collectie symbool voor belangrijke ontwikkelingen in de wetenschap. Maar ze vertellen ook nog eens een spannend verhaal.

Amboinsche Rariteitkamer van Georg Everhard Rumphius

Rumphius (1627-1702) woonde bijna vijftig jaar op Ambon en was in dienst van de VOC, maar had meer belangstelling voor de natuur in zijn omgeving. Hij ontwikkelde zich daarin tot een groot wetenschapper en pionier, want niet eerder was de natuur op Ambon in kaart gebracht. Hij schreef boeken over planten en dieren, over mineralen, de geografie en geschiedenis van het eiland. Het Amboinsche Rariteitkamer, een boek over schelpen, maakt deel uit van de collectie.
Er verschenen er meer boeken van zijn hand, waaronder het Amboinsche kruidboek. Dat dit werk uitgekomen is mag een wonder heten, want eerdere manuscripten waren door verbranding en een scheepsramp verloren gegaan. Rumphius schreef het bovendien onder zeer moeilijke omstandigheden: al vrij snel na aanvang van dit werk werd hij blind en moest hij met behulp van zijn vrouw zijn werk voortzetten; na een aardbeving verloor hij vrouw en kind. Pas dertig jaar na zijn dood werd het boek uitgegeven. 

De meeuwen van Niko Tinbergen

Het is een van de beroemdste experimenten uit de gedragsbiologie. Volwassen zilvermeeuwen hebben een rode stip op hun snavel. Meeuwenkuikens pikken tegen die stip aan, en als beloning braakt de ouder dan wat eten in de hongerige babysnavel. Dat gedrag is de afgelopen zestig jaar uitvoerig bestudeerd. Het experiment is ontwikkeld door gedragsbioloog Niko Tinbergen (1907-1988), die daarmee een nieuwe richting is de biologie insloeg. Het nature/nurturedebat was in volle gang en het meeuwenexperiment sleepte daarin een belangrijke rol.
De originele kartonnetjes van Tinbergen bestaan nog steeds en maken deel uit van de collectie. Hier en daar is te zien dat de verf soms uitgelopen door meeuwenspuug en welk model het meest is 'aangepikt' door de kuikens.
tinbergen

© Meeuwen van Tinbergen - Bron Museum Boerhaave

De microscoop van Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723)

Hij wordt wel beschouwd als de grondlegger van de microbiologie. Zijn microscoop opende een wereld van bacteriën, schimmels en planten die tot dan toe niet eerder zichtbaar was. Nu, na 350 jaar, ontdekten onderzoekers van de TU Delft en Rijksmuseum Boerhaave in Leiden dat de lakenhandelaar en amateurwetenschapper voor zijn microscopen dunne, zelfgeslepen lensjes gebruikte. 
Van de vierhonderd microscopen die Antoni van Leeuwenhoek maakte zijn er elf bewaard gebleven. Vier behoren tot de collectie van Rijksmuseum Boerhaave. Ze bestaan allemaal uit een klein lensje dat ingeklemd zit tussen twee metalen plaatjes, van messing of zilver, die met klinknagels vastzitten. Op een pinnetje erachter kon een preparaat geprikt worden. Met het geslepen glas wist hij vergrotingen tot wel 250 keer te bereiken. Als koopman gebruikte hij de microscopen om de kwaliteit van het garen te bekijken.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor