Veel bestrijdingsmiddelen gevonden in het haar van boeren en plattelandsbevolking

Het haar van Europese boeren en de plattelandsbevolking is het meest met landbouwgif besmet. Hoe dichter men woont bij de akker, des te hoger de gehalten van bestrijdingsmiddelen in het haar zijn, blijkt uit onderzoek van Good Food Good Farming en EXPOZOM. Hiermee is ook het risico voor negatieve effecten op de gezondheid groter.

300 Europese boeren en burgers uit 15 verschillende landen hebben voor het onderzoek een haarmonster ter beschikking gesteld. Van die 300 monsters zijn 32 van Nederlandse burgers afkomstig. De 300 haarmonsters zijn getest op 30 verschillende bestrijdingsmiddelen die veel in de landbouw gebruikt worden. Ook hebben de deelnemers informatie gegeven over hun beroep, woongebied en de afstand van hun woonlocatie tot het dichtstbijzijnde landbouwgebied. 

Van de 30 geteste bestrijdingsmiddelen zijn 25 middelen in het haar van de testpersonen teruggevonden. Zo'n dertig procent van het onderzochte haarmonster is met de bestrijdingsmiddelen besmet.

Bij boeren en hun werknemers zijn gemiddeld twee verschillende bestrijdingsmiddelen met een gemiddeld gehalte van 462,3 microgram per kilogram haar (μg/kg) aangetroffen. Bij deelnemers die niet in de agrarische sector werken zijn gemiddeld 0,4 verschillende stoffen met een gemiddeld gehalte van 2,6 μg/kg gevonden. Boeren en hun werknemers hebben hiermee gemiddeld 230 keer hogere gehalten aan bestrijdingsmiddelen dan de rest van de testpersonen in hun haar zitten. 

Daarnaast is vastgesteld dat boeren en de plattelandsbevolking aanzienlijk meer bestrijdingsmiddelen in hun haar hebben dan stedelingen. Ook blijkt uit het onderzoek dat deelnemers die biologisch eten minder bestrijdingsmiddelen in hun haar hebben van deelnemers die gangbaar geteelde producten eten. 

Volgens PAN-NL legt dit onderzoek maar een deel van de realiteit bloot, omdat er slechts dertig bestrijdingsmiddelen zijn onderzocht. In de Europese Unie zijn namelijk maar liefst 455 middelen voor gebruik in de land- en tuinbouw toegestaan.

De resultaten uit het onderzoek versterken de noodzaak voor snelle transitie naar een gifvrije voedselproductie, vindt PAN-NL. De organisaties pleit daarom voor een reductie van 80% van het pesticiden gebruik in 2030 en een totale uitfasering in 2035. Ook pleit PAN-NL voor een maatregelenpakket van de overheid om de consumptie van biologisch voedsel voor iedereen te stimuleren en te realiseren.

Bron: PAN-NL