Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Van Pepel tot Pannevogel

  •  
15-03-2013
  •  
leestijd 1 minuten
  •  
123 keer bekeken
  •  
atalanta_11.jpg
Een oud-Nederlandse benaming voor een vlinder is ‘kapel’. De oorsprong van dit woord ligt naar verluidt in het stukje mantel van Sint-Maarten dat als relikwie is bewaard. En er zijn meer namen voor vlinder in ons taalgebied: flikketeer, zomervogel, flieflouter, boterschijter en het wat bekendere ‘uil’. Neerlandicus en dialectoloog Jan Stroop verklaart.
Stroop schreef in 2011 mee aan de Dialectatlas van het Nederlands. Dit boek won de LOT-Populariseringsprijs. In zijn hoofdstuk verklaart hij onder meer de herkomst en dialecten van merel, egel, paardenbloem en vlinder.
Verkiezing
Je kunt nog steeds meedoen met de Vroege Vogels Vlinderverkiezing . Deze lijst van veertig vlinders is tot stand gekomen in samenwerking met Kars Veling van de Vlinderstichting.
Plaatje: vlindernamenkaart van Jan Stroop
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.