Voor de kust van het Vlaamse Zeebrugge zijn botten aangetroffen van oerwalvissen en walrussen. Het Vlaams Instituut voor de Zee spreekt van een "uniek fossielenkerkhof van lang verdwenen zoogdieren" en een "hoogst merkwaardige ontdekking".
Botfragmenten
De gevonden wervels van de oerwalvissen, die tussen de 8 en 15 meter lang waren, zijn wel 40 miljoen jaar ouden stammen uit het warme Eoceen. De walrusresten dateren uit de laatste IJstijd (116.000 - 12.000 jaar geleden). De onderzoekers denken dat rond de vindplek een kolonie van zo’n vijftig tot honderd walrussen leefde. Ook werden botfragmenten gevonden van wilde paarden, oerossen en steppenwisenten.
Onderzoek
Nederlandse vissers vonden de afgelopen twintig jaar al skeletresten van onder meer de oerwalvis in de vaargeul Het Scheur voor de kust van Oostende. Het Scheur is een bijzondere plek omdat dicht onder de zeebodem oude bodemlagen dicht op elkaar liggen. Paleontologen verbonden aan het Natuurhistorisch Museum Rotterdam gingen vervolgens op zoek naar meer materiaal. Afgelopen maand sloegen de Nederlanders en Belgen de handen ineen en gingen ze twee keer op pad met het Vlaamse onderzoeksschip Simon Stevin. Voor vervolgonderzoek gaan de wetenschappers boringen doen die meer inzicht moet geven in de vondsten.