Regelmatig worden in stilstaande wateren vissen gevonden, die daar duidelijk niet zelfstandig terecht konden komen. Watervogels, zoals eenden, worden dan vaak als waarschijnlijke verspreider van viseitjes aangewezen en dus als oorzaak van de vestiging van de vissen. Maar zou dat werkelijk zo zijn, of is de mens wellicht meestal toch de oorzaak?
Uitgebreid literatuuronderzoek
Vissen en amfibieën gaan niet goed samen. Amfibieën trekken daarbij aan het kortste eind, omdat die vaak opgegeten worden door vissen. Van nature komen er in amfibieënpoelen dan ook meestal geen vissen voor. Toch worden er regelmatig vissen gevangen in zo’n poel en dan vragen herpetologen en terreinbeheerders zich af hoe dit kan. Transport door vogels wordt daarbij vaak genoemd, maar bewijzen daarvoor zijn er nauwelijks. Ook een uitgebreid literatuuronderzoek heeft hiervoor geen sluitend bewijs kunnen leveren. Vogels dobberen weliswaar rond in kikkerpoelen en visseneitjes kúnnen aan de poten van watervogels kleven, waarna ze tijdens een vlucht naar een ander water korte tijd buiten het water kunnen overleven. Maar de kans dat dit daadwerkelijk gebeurt wordt zeer klein geacht.
Na kritische beschouwing van de literatuur over dit onderwerp concludeert Benedikt Schmidt daarom dat eenden slechts in uitzonderlijke gevallen verantwoordelijk zijn voor de kolonisatie van voortplantingswateren van amfibieën door vissen, en dat andere factoren, met name de verspreiding door de mens, veel belangrijker en vaker voorkomen. Zet daarom nooit zomaar vissen uit in een poel, plas of ven, omdat dit grote schade veroorzaakt aan amfibieënpopulaties.