'Tolheffing moet naar de natuur'
• 24-06-2014
• leestijd 2 minuten
Als de Blankenburgtunnel er toch komt, dan moeten tenminste de tolinkomsten gebruikt worden om natuur, landschap en leefbaarheid te behouden en te versterken in het gebied waar de snelweg komt te liggen. Dat geven de natuur- en bewonersorganisaties aan in reactie op het wetsvoorstel voor tolheffing dat ter inzage ligt.
Schade aan natuur
In hun reactie benadrukken Natuurmonumenten, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, Actiecomité Blankenburgtunnel Nee , de Midden-Delfland Vereniging, Groeiend Verzet en de KNNV Waterweg-Noord dat zij tegenstander van de Blankenburgtunnel blijven. Door de stagnatie van de verkeersgroei zal het fileknelpunt in de Beneluxtunnel, waar de Blankenburgtunnel een oplossing voor moet vormen, naar verwachting voorlopig niet ontstaan. Wel richt de Blankenburgtunnel onherstelbare schade aan natuur, landschap, recreatie en leefbaarheid aan in Midden-Delfland, de groene long voor twee miljoen Randstedelingen. In het gebied is weinig draagvlak voor de zesbaanssnelweg, die 1,2 miljard euro gaat kosten. Vele tienduizenden mensen hebben zich al uitgesproken tegen deze weg.
'Voor wat hoort wat'
Als de Blankenburgtunnel er desondanks toch zou komen, dan moeten de inkomsten van de geplande tolheffing ingezet worden om de negatieve effecten van de weg op de leefomgeving tegen te gaan, vinden de natuur- en bewonersorganisaties. In het wetsvoorstel dat ter inzage ligt, is echter opgenomen dat de tolinkomsten uitgegeven worden aan infrastructuur. De natuur- en bewonersorganisaties vinden dat het ‘voor wat hoort wat’ principe toegepast zou moeten worden: weggebruikers hebben er voordeel van als de weg er komt, maar natuur, landschap, recreatie en leefbaarheid ondervinden de nadelen van de weg. Handeling en effect zouden daarom aan elkaar gekoppeld moeten worden zodat tolinkomsten ingezet worden om de kwaliteit van de leefomgeving te behouden en te versterken.