Toestand vennen sterk verbeterd
• 04-04-2008
• leestijd 2 minuten
De chemische toestand van vennen in Nederlandse natuurgebieden is sterk verbeterd door de afname in verzuring. Ook de toegenomen temperatuur en de hoeveelheid neerslag in de laatste decennia hebben een positief effect. Die conclusies trekt het onderzoeksbureau Grontmij Aquasense na een analyse van decennialange metingen. De verbetering leidt echter nog niet tot een zichtbaar positief effect op de vegetatie.
Vennen zijn van nature voedselarm. Bemesting door luchtverontreiniging heeft daarom grote gevolgen. In korte tijd gingen levensgemeenschappen door de neerslag van stikstof dan ook hard achteruit, waardoor karakteristieke planten en dieren dreigden te verdwijnen. Sinds maatregelen om de emissie terug te dringen zijn genomen, is de verzuring van natuurgebieden echter afgenomen. Grontmij Aquasense onderzocht de effecten hiervan op de vennen.
Van 1978 tot en met 2006 zijn in drie vennen jaarlijks en in acht vennen elke vier jaar waarnemingen verricht van de chemische samenstelling van het oppervlaktewater en de soortensamenstelling van kiezelwieren - microscopische algen die sterk reageren op veranderingen in de waterchemie. De gegevens zijn samen met verspreide waarnemingen uit dezelfde vennen vanaf 1916 verwerkt.
Op basis van de verzamelde data concluderen de onderzoekers dat de neerslag van zwavel- en stikstof uit de lucht dusdanig afgenomen is dat de chemische samenstelling van het water in zure vennen sterk is verbeterd. Het herstel gaat echter gepaard met veranderingen in het klimaat. Ook de toegenomen temperatuur en hoeveelheid neerslag hebben volgens de onderzoekers een positief effect gehad op verbetering van de kwaliteit.
Wel is er in veel vennen sprake van interne eutrofiering. Door de klimaatveranderingen zijn de ammoniumconcentraties sterk gedaald. De reductie van zwavelverbindingen en denitrificatie bevordert de afbraak van opgehoopte organische stof in de bodem, waarbij fosfaat vrijkomt. De soortensamenstelling van kiezelwieren is door de verrijking nog wezenlijk anders dan die aan het begin van de 20e eeuw.
De noodzaak voor aanvullende maatregelen blijft daarom hoog, stellen de onderzoekers. Want de kritische niveaus, met name van stikstof, worden nog steeds overschreden. De onderzoekers verwachten pas echt verbetering in de kwaliteit van venvegetaties te zien als de stikstofneerslag verder is afgenomen. Aanvullende beheersmaatregelen zoals baggeren en opschonen van oevers kan een positieve bijdrage leveren. Deze maatregelen kunnen ook de interne eutrofiering tegengaan.