Op het eerste gezicht is de bruine tuiniervogel (
Amblyornis inornata
) een wat saaie verschijning. Zeker in vergelijking met andere felgekleurde vogels in Westelijk Nieuw-Guinea. Met z'n donkere verenpak zou je deze vogel gauw over het hoofd kunnen zien. Maar dat zou jammer zijn, want het is één van de meest creatieve vogels in de wereld. Net als bijna alle leden van de prieelvogelfamilie gaan de mannetjes van de bruine tuiniervogel ver om een vrouwtje te verleiden. Heel ver.
Eigen huis en tuin
De bruine tuiniervogel gaat verder dan een beetje zingen om de vrouwtjes het hof te maken. Jarenlang kan een mannetje werken aan een
nest
-ook wel
prieel
genoemd- dat bijna een half huis met een doorsnede van 160 centimeter kan zijn. Het
hutvormige nest
wordt netjes afgewerkt met mos aan de binnenkant, en de voortuin van een vierkante meter wordt dagelijks schoongeveegd.
Kunst en kitsch
Maar het ultieme kunststukje van de mannelijke bruine tuiniervogel is zijn oog voor kunst. Zijn huisje en voortuin ligt
bezaaid met allerlei voorwerpen
die geordend zijn op kleur en vorm. Dopjes, besjes en bloemetjes: alles wordt minitieus neergelegd en geëxposeerd in zijn galerie.
Flamenco
Na het zingen, bouwen, verzamelen en uitstallen moet een mannetje wel succes hebben bij de vrouwtjes, toch? Niet helemaal. De vrouwtjes zijn nogal kieskeurig. Ze inspecteren een nest, bekijken de mooie spulletjes, luisteren naar de zang en als pas dat allemaal bevalt komt de volgende stap: Dansen. Het mannetje danst als een volleerd flamenco-danser rond het vrouwtje. Pas dan kan er gepaard worden, na jaren van voorbereiding.
Het hele proces kan je hier zien, met commentaar van David Attenborough:
Nederlandse naam
De internationale naam van de bruine tuiniervogel is Vogelkop Bowerbird. Dat komt omdat de Duitse ornitholoog Hermann Schlegel de soort ontdekte in 1871 op het schiereiland de Vogelkop. Die naam heeft het gebied gekregen in de tijd dat Westelijk Nieuw-Guinea nog deel uitmaakte van Nederlands-Indië.