Tip: voedsel voor het boomblauwtje

Het boomblauwtje vliegt vaak hoog tussen de bomen. Maar voor de tuin komt hij graag naar beneden. Hij is dol op bloemknoppen want daar zet het vrouwtje haar eitjes op af. Als de rupsen na een dag of vier uitkomen, eten ze de knoppen, vruchtbeginsels en zaden op. Pas later eten ze de blaadjes van de plant op.

Papiersnippertje
Hij vliegt vaak een paar meter boven de grond. Dan lijkt hij op een dwarrelend snippertje papier. Zo kun je het boomblauwtje gemakkelijk onderscheiden van de andere soorten blauwtjes. Die vliegen allemaal vlakbij de grond. Bovendien is het in april geen probleem, want dan vliegen er nog geen andere blauwtjes. Misschien heb je de kans het boomblauwtje een keer wat beter te bekijken. Dan zie je dat de zilvergrijze onderzijde van de vleugels bedekt is met kleine zwarte ´spatjes´.  

Elke plant voldoet?
Gelukkig maakt het niet zo veel uit welke soort plant er in de tuin staat. Ieder jaar groeien er drie keer rupsen van het boomblauwtje op. Daarom is het belangrijk dat er altijd wat te eten is. Elke generatie heef zijn eigen dieet. Die hangt af van welke planten er op dat moment groeien, bijvoorbeeld:

•    Voorjaar: hulst of vuilboom (sporkehout);
•    Zomer: vlinderstruik (Buddleja) en ook nog vuilboom;
•    Nazomer: klimop

Volwassen boomblauwtjes hebben ook geen strikte dieetwensen. Als er bloeiende planten in de tuin staan is het boomblauwtje tevreden.

Tekst: Judith Santegoets & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto: boomblauwtje, Kars Veling