Wil je nu nog vlinders zien dan moet je bij de klimop zijn. Er bloeit niet meer zo gek veel, maar de klimop is een ware kroeg voor distelvlinder, atalanta, gehakkelde aurelia en dagpauwoog, maar ook nachtvlinders zijn vaste klanten.
Als je in deze tijd van het de klimop moet snoeien omdat hij onder de dakpannen verdwijnt of het houtwerk bedreigt, laat dan in ieder geval bloeiende stukken staan. Die komen volgend jaar weer aan de beurt.
Dagvlinders?
De meeste vlinders zijn verdwenen maar de soorten die nu nog vliegen hebben veel nectar nodig, de brandstof waarop ze leven. Die brandstof vinden ze nu vooral op klimop. Deze heeft volop bloemen en bloemknoppen, zodat ook de komende weken de vlinders verzekerd zijn van voedsel. De distelvlinder bijvoorbeeld moet helemaal naar Noord-Afrika vliegen en heeft daar natuurlijk enorm veel energie voor nodig. Ook de atalanta vliegt ook die kant uit en overwintert in zuid Europa. Ook deze soort kan wel wat brandstof gebruiken. De gehakkelde aurelia en dagpauwoog moeten een wintervoorraad aanleggen. Ze gaan in winterslaap en zullen weken niet kunnen eten.
Nachtvlinders
Ook in herfst en winter zijn er nachtvlinders actief. Het gaat dan vooral om vlinders uit de familie van de uilen. Om aan hun brandstof te komen gaan ook deze op zoek naar plekken waar ze zoetigheid kunnen drinken. Dat kunnen wonden in bomen zijn, waaruit boomsap komt, maar ook rotte puimen, druiven of ander fruit wordt gebruikt en natuurlijk bloeiende klimop. Met hun roltong zuigen ze de voedingsstoffen naar binnen. Hoewel er dit najaar weinig nachtvlinders zijn is de bruine herfstuil momenteel nog een van de meest voorkomende en deze soort komt verspreid door het hele land voor. De vlinder vliegt nog tot ongeveer half november als de nachten maar niet te koud zijn. Zelfs tijdens lichte regen zijn ze actief.
Uilensoort
De zwartvlekwinteruil is een andere uilensoort die nu op klimop te vinden is. Deze is een stuk minder gewoon dan de bruine herfstuil. De laatste jaren breidt de soort zich sterk uit. In de zuidelijke helft van ons land vind je ze vooral in open bossen en houtwallen, maar ook de wat wilder begroeide tuinen in stad en dorp hebben hun voorkeur. De zwartvlekwinteruil heeft één generatie. Het is een echte wintervlinder die vliegt van oktober tot half april.
Koester dus je bloeiende klimop want op zonnige, niet te koude dagen zul je daar zeker dagvlinders op aantreffen en als de schemer valt staan de dagvlinders hun plekje af aan de nachtvlinders.