Bijen houden van eten. Tuinen die van de vroege lente tot de late herfst vol staan met bloemen daar zijn ze dol op. Dat eten vinden ze niet in de vele dubbele gevulde bloemen waar tuincatalogi mee vol staan. Deze doorgekweekte mopshonden onder de planten hebben de bijen niets te bieden. Daar vinden ze geen pollen en nectar die nodig zijn voor hun eiwitten en koolhydraten.
Welke planten?
Als je van bijen houdt kies je voor enkelvoudige bloemen waar de bij haar broodnodige voedsel vindt. Bijenplanten die veel stuifmeel leveren zijn er genoeg en ze zijn een aanwinst voor de tuin. Ook de kruidentuin is een tafeltje dekje voor bijen met bijvoorbeeld lavendel, marjolein, citroenmelisse, koriander, dille, salie, bieslook en tijm.?
Op koninginnekruid of op brem zitten vaak talloze insecten: wilde bijen, hommels, zweefvliegen, vlinders, kevers, noem maar op. Deze diertjes zijn op hun beurt voedsel voor vogels. En wat is een tuin zonder gezoem en gefladder? Een tuin met alleen maar steriele bloemen die vruchteloos wachten op een bestuiver is geen echte tuin. Veel meer bijenplanten zijn te vinden op de website van het
Informatiecentrum voor bijenteelt
.
Parijs, Amsterdam
Maar denk niet dat bijen alleen van weelderige plattelandstuinen houden. In hartje Parijs staan zo’n 400 bijenkasten op daken en terrassen. De kwaliteit van de honing is uitstekend. Er zit geen lood of dioxine in.
Bestrijdingsmiddelen die in de teelt van koolzaad en zonnebloemen worden gebruikt zijn in Parijs al tien jaar verboden. Op het dak van de Opera levert 1 bijenvolk jaarlijks 100 kilo honing op terwijl dat op het platteland slechts 10 kilo is. Dat staat allemaal te lezen op de binnenkant van mijn T-shirt van biologische katoen.
Ook in Amsterdam hebben de bijen het goed. Ze vinden er genoeg te eten want in de stad blijkt de biodiversiteit groot. Het hele jaar door bloeit er de kers, kastanje, linde, honingboom en honderden andere bloemen die op het bijenmenu staan.
Naast de honingbij leven er in ons land ongeveer 350 wilde bijensoorten. Deze bijen leven in tegenstelling tot honingbijen en hommels solitair en worden daarom ook wel solitaire bijen genoemd. Een groot deel van de bestuiving van (wilde) planten komt voor rekening van deze solitaire bijen. Veel wilde bijen hebben het moeilijk. Hun aantal neemt af door gebrek aan nestgelegenheid en voedsel (drachtplanten). Dat komt vooral door de intensieve landbouw en de schaalvergrotingen in het landschap.