Tienduizenden veldleeuweriken redden
• 07-04-2016
• leestijd 2 minuten
© Nestinventarisatie door de Werkgroep
Op zoek naar gezenderde veldleeuweriken
Als boeren hun gras niet om de dertig dagen maaien, maar om de 45 dagen, scheelt dat letterlijk tienduizenden dode veldleeuweriken. Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief.
Pavarotti
Ooit was de veldleeuwerik een van de gewoonste vogels van ons land. Overal hoorde je ze. Maar sinds de jaren zestig is het hard bergafwaarts gegaan met de ‘Pavarotti’ onder de akkervogels. We hebben nu nog maar 5% van het aantal veldleeuweriken van vroeger over!
Broeden in gevaarlijk gras
Een van de problemen is de voorkeur van de veldleeuwerik om in grasland te broeden. Op de weilanden vindt hij precies de lengte van het gras die hij prettig vindt om een nest in te maken. Maar de melkveehouderij is tegenwoordig zo’n intensieve business geworden, dat de boeren gemiddeld om de dertig dagen met een grote maaimachine over het weiland rijden om het voer voor de koeien binnen te halen. Dat interval is te kort voor de veldleeuwerik om zijn jongen groot te krijgen. Iedere keer probeert hij het opnieuw, maar iedere keer verschijnt na dertig dagen weer die dodelijke maaimachine.
Broedbiologie
De Werkgroep Grauwe Kiekendief deed vorig jaar een onderzoek naar de broedbiologie van de veldleeuwerik. Hoe lang duurt het voor de vogels na het kapotmaaien van een nest een nieuwe poging doen? Hoe lang duurt het voor de jongen aan de wandel gaan? En hoeveel dagen hebben ze nodig om wél succesvol hun jongen uit te laten vliegen.
Om de 45 dagen maaien
Uit het onderzoek blijkt dat een maai-interval van 45 dagen genoeg is om een groot deel van de nesten te laten slagen. ‘Maar dat betekent natuurlijk wel dat de boeren inkomen mislopen’, stelt Henk Jan Ottens van de Werkgroep. ‘Net als voor weidevogelbescherming zullen boeren dus op de een of andere manier gecompenseerd moeten worden voor het beschermen van leeuweriksnesten. Het mooiste zou zijn als dat via de prijs van de melk gaat. Dat je als consument wat meer betaalt voor een liter melk, maar dat je dan wel weet dat daarvoor vogels als de veldleeuweik worden beschermd.