Texelse bruinvis op snijtafel

De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht onderzoekt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de doodsoorzaak van gestrande bruinvissen in Nederland. Het aantal gestrande walvisachtigen is de laatste jaren enorm gestegen.

Bruinvis 'UT219-5441' ligt maandagochtend in Utrecht op de snijtafel. Hij strandde in Texel bij paal 16. Op de roestvrijstalen tafel liggen attributen die nodig zijn om het dier te ontleden. Meetlint, messen, scharen, tangen, emmertje en een opschrijfblok. Lidewij Wiersma voert de sectie uit. Zij is dierenarts en patholoog in opleiding. ,,Gemiddeld duurt het twee uur om een bruinvis te ontleden.''

Wiersma onderzocht al meer dan zeventig dode bruinvissen. Eerst wordt gekeken naar uiterlijke kenmerken. ,,We kijken of het dier gewond is en meten hem op.'' Dit exemplaar van meer dan een meter zat relatief goed in zijn vel, concludeert Wiersma. ,,Hij is lekker dik.''

Na ruim een uur zijn de organen uit de bruinvis gehaald. ,,Monsters hiervan worden onder de microscoop onderzocht'', vertelt Wiersma. ,,Soms ziet een dier er gezond uit, maar blijkt hij toch een virus te hebben.'' In de longen van de bruinvis zit schuim. ,,Dat duidt op longoedeem'', legt de patholoog in opleiding uit. Dat kan ontstaan door verdrinking. ,,Een dier kan verstrikt zijn geraakt in een visnet, maar kan ook een hartfalen hebben gehad'', aldus Wiersma.

Einde van dit jaar gaan de resultaten van de Utrechtse universiteit van de secties op de bruinvissen naar LNV en moet er meer duidelijkheid komen over de doodsoorzaak van bruinvissen. Vorige week werd een strafrechtelijk onderzoek door de KLPD naar de verminkte bruinvissen afgesloten. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dat de gestrande en verminkte bruinvissen onderzocht, kwam tot de conclusie dat de dieren mogelijk in contact met scheepsschroeven zouden zijn gekomen.

Sinds het begin van dit jaar zijn er bijna negentig dode bruinvissen aangespoeld, waarvan sommige zwaar verminkt. Ecomare, centrum voor de Wadden en de Noordzee, vreest dat de dieren door mensenhanden om het leven zijn gekomen omdat op de dieren vaak touwsporen te zien zijn.

Wiersma wil nog geen enkele uitspraak doen over de doodsoorzaak van bruinvis 'UT219-5441'. ,,LNV is onze opdrachtgever en zij krijgen als eerste de resultaten van onze bevindingen.''

Bron: ANP