Behalve de ziekte van Lyme, kunnen teken ook goed nieuws brengen. In hun speeksel zitten stofjes die mogelijk nieuwe medicijnen kunnen opleveren tegen problemen met de bloedstolling of onze afweer ...
foto: Onderzoeker Joppe Hovius van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam schuift een glazen buisje over de monddelen van een teek, om zo waardevol speeksel te bemachtigen
Uit Intermediair van 23 april:
Behalve bacteriën die de ziekte van Lyme veroorzaken, injecteren teken ook waardevolle stoffen in de huid van hun slachtoffers. Internist in opleiding Joppe Hovius onderzoekt de teek als mogelijke producent van medicijnen.
Goed nieuws van de teek
Het is een mooie dikke, de eerste teek van 2008 die ik op de linkerkaak van mijn hond heb gevonden. Met een kwartslag naar rechts draai ik hem eruit. Alle acht de pootjes en de kaken zitten er nog aan, dus zonder achtergebleven lichaamsdelen zal het wondje hopelijk niet gaan ontsteken. In een plastic bakje ermee en op naar Amsterdam.
In het laboratorium voor experimentele inwendige geneeskunde van het AMC plakt internist in opleiding Joppe Hovius het beestje met dubbelzijdig plakband op een microscoopglaasje. Onder de microscoop schuift hij een dun glazen buisje over de monddelen van het beest. Een paar druppeltjes van – zoals Hovius het eufemistisch uitdrukt – een kietelende stof op het schild van de teek en daar komt het: een microlitertje doorzichtig tekenspeeksel wordt in het buisjes gebraakt. “Het is een bewerkelijke methode”, vertelt Hovius, “want per uur kun je hooguit enkele microliters speeksel per teek verzamelen. Gelukkig hebben we de genetische code achter een aantal interessante stoffen uit het speeksel al gekraakt. Dus een belangrijk deel van mijn werk kan ik nu doen in celkweken die de stofjes vanzelf voor mij uitscheiden.”
De stoffen waar Hovius interesse in heeft, hebben nu eens niets met de gevreesde ziekte van Lyme te maken. Een kwart van alle teken in ons land blijkt inmiddels drager van de bacterie Borrelia burgdorferi, die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Het gaat Hovius dit keer om de nuttige stoffen in het speeksel. Een teek moet, net als alle andere bloedzuigende insecten ervoor zorgen dat het bloed van haar slachtoffer niet stolt voor zij – het zijn vooral de vrouwen die een bloedmaal nemen – het kan opdrinken. Daarom produceren teken verschillende antistollingseiwitten. Daarnaast blijken er ook reuze potente ontstekingsremmers in tekenspeeksel te zitten. Een teek kan soms wel een week op de huid van haar slachtoffer zitten. Als dat slachtoffer een sterke afweerreactie zou ontwikkelen, dan valt de teek van de huid voordat ze is volgezogen. Die afweerreactie moet het dier dus onderdrukken.
In een recente publicatie in het wetenschappelijketijdschrift PLoS pathogens beschrijft Hovius dat het afweeronderdrukkende middel ‘Salp15’ uit het tekenspeeksel erg efficiënt werkt. Het remt de zogenoemde dendritische cellen die ter plaatse in de huid vreemde stoffen aan het afweerapparaat zouden moeten aanbieden om een afweerreactie tegen de teek op gang te brengen. Daarnaast zijn er nog andere afweeronderdrukkende stofjes die allemaal op een heel specifieke manier op het immuunsysteem ingrijpen. “Als we al die stoffen zouden karakteriseren, zou je uiteindelijk een heel arsenaal aan mogelijke medicijnen kunnen krijgen. Er zijn heel veel auto-immuun ziekten, zoals MSof inflammatoire darmziekten die je kunt behandelen met afweeronderdrukkende middelen. Misschien dat er bij specifieke ziekten ook verschillende stoffen gevonden kunnen worden die heel exact het ontspoorde deel van de afweer kunnen remmen.” Hierover publiceerde Hovius recentelijk in het vakblad PLoS Medicine.
Op het gebied van de antistolling zijn er al vorderingen gemaakt met een antistollingseiwit uit tekenspeeksel. “In dierproeven blijkt het antistollingsmiddel uit teken heel potent. Het werkt in ieder geval stabieler en langer dan de huidige medicijnen die vooral door hart- en vaatpatiënten worden gebruikt. En ze geven ook minder bijwerkingen. Met een eventueel toekomstig medicijn op basis van tekeneiwit zouden patiënten dus minder vaak hun stollingstijd hoeven te controleren en ook minder vaak hoeven slikken.”
Het onderzoek van Hovius blijkt uiteindelijk toch ook raakvlakken met het Lyme-probleem te hebben. Want als de onderzoeker de stoffen kent die voor de teek essentieel zijn om bloed te kunnen drinken, dan kent hij ook de potentiële achilleshiel van het beestje. “Vaccins tegen tekenbeten of tegen Lyme zijn momenteel niet op de markt. Maar als je in staat bent om met een vaccin de essentiele eiwitten van de teek te blokkeren, dan heb je misschien ook een middel om de ziekte van Lyme en andere door teken overdraagbare ziekten te bestrijden”, zo veronderstelt Hovius.
Uiteindelijk moet Hovius toegeven dat hij natuurlijk lang niet de eerste is die de zegeningen van de teek heeft ontdekt. De bacterie Borrelia burgdorferi was hem al lang voor. Het blijkt dat de bacterie zich in het lijf van de teek helemaal inpakt met het eiwit Salp15. In die afweeronderdrukkende jas heeft de bacterie een veel grotere kans om in het lijf van de gebeten gastheer te overleven. En omdat een teek mèt Borrelia ook meer Salp15 maakt dan een niet geïnfecteerde, vergroot de bacterie indirect ook de kansen op succes voor de teek. “Ze spannen echt tegen ons samen!”, lacht Hovius.