De dennenbomen in de Schoorlse duinen moeten plaatsmaken voor stuifzand. Doodzonde, zeggen paddenstoelenkenners: die dennenbossen zijn een walhalla voor talloze paddenstoelen, waaronder zeldzame soorten als de witbruine en de gele ridderzwam.
Schoorl is een van de oudste gebieden van Staatsbosbeheer. En die woeste gronden moesten worden beteugeld, zo luidde indertijd de opdracht. En dus werden de duinen volgezet met zwarte den, Corsicaanse den en Oostenrijkse den; soorten die goed tegen zeelucht kunnen. De bomen waren bedoeld om de duinen vast te leggen en zo het agrarisch achterland te beschermen tegen zee en wind. Dat doen die dennenbomen enorm goed: waar inheemse loofbomen laag zouden blijven als gevolg van de zeewind, groeiden die dennenbomen uit tot een enorm bos, een wal van bomen die alles uit zee tegenhoudt. Het gevolg is wel dat de zeldzame natte duinvalleien erachter helemaal zijn opgedroogd. Het grondwater is er 1,5 m gezakt en dat leidt tot verlies van typerende dier- en plantensoorten. Daarom moet een deel van de dennenbomen nu weer plaatsmaken voor natuurlijk stuifduin.
Paddenstoel het haasje
Over die voorgenomen kap zijn paddenstoelliefhebbers zeer verbolgen. De naaldbomen hebben in Schoorl namelijk een prachtige paddenstoelenbiotoop gecreëerd, zeker in combinatie met de kleine schelpenpaadjes. Er groeien heel veel soorten boleten en zeldzame soorten als de witbruine en de gele ridderzwam. Nergens in ons land vind je dennenbossen met zoveel gele ridderzwammen. Een heel bijzondere plek dus, waar de paddenstoelen op dit moment aan een inhaalslag bezig zijn, na een belabberd – want veel te droog – begin van het seizoen. Er staan er momenteel honderden.
De eerste bomen zullen waarschijnlijk over anderhalf à twee jaar tegen de vlakte gaan. Snel nog even naar Schoorl dus om te genieten van de paddenstoelenweelde.