Het lijkt een goed jaar te zijn voor de drieteenstrandloper. Deze voorzichtige conclusie trekken de Groningse onderzoekers Jeroen Reneerkens en Stefan Sand. Zij verbleven deze zomer op Groenland en onderzochten het broedsucces van de drieteen. De vogels, die een groot deel van het jaar langs de Nederlandse kust en op de Wadden zijn te zien, overwinteren in Afrika en broeden in Groenland.
Het aantal drieteenstrandlopers wisselt per jaar. Het heeft veel te maken met de aantallen poolvossen en lemmingen, maar ook het aantal insecten in de broedgebieden. In sommige jaren roven de vossen meer dan 90% van de nesten leeg voordat de eieren uitgekomen zijn. Maar als er veel lemmingen zijn, laten de poolvossen de drietenen meestal met rust. 2012 is zo’n goed lemmingenjaar.
Het onderzoek naar de drieteenstrandlopers van Jeroen Reneerkens en Stefan Sand op Groenland is gericht op de vraag of de jonge drieteentjes van een eenoudergezin net zoveel kans hebben om op te groeien als wanneer ze door een paartje worden grootgebracht
Toendra van Groenland
Drieteenstrandlopers bouwen begin juni een nestje op de toendra van Groenland. Na een broedperiode van iets meer dan drie weken komen de jongen uit, behalve als er tussentijds een poolvos langskomt die de eieren van de strandlopers uit het nestje rooft. Drieteenstrandlopers broeden als een paartje maar ook soms in hun eentje. Eerder onderzoek heeft namelijk laten zien dat drieteenstrandlopers hun partner soms met de eieren laten zitten. Ze hoeven dan geen energie te steken in het broeden en het grootbrengen van de kuikens op de koude toendra. Het is een listige truc van de vertrekkende ouder die alweer lang en breed op het Nederlandse strand zit als zijn/haar partner nog de eieren bebroed. De onderzoekers vermoeden dat achterblijvende vogels meer moeite hebben om hun legsel verborgen te houden voor vossen doordat ze vaker hun nestje moeten verlaten om voedsel te zoeken.