Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Stoofmeel

  •  
21-08-2008
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
Wageningse onderzoekers hebben gezocht naar de reden van de achteruitgang van sommige hommelsoorten. Ze deden dat door het stuifmeel aan de achterpootjes van hommels te onderzoeken; van levende hommels en van dode hommels in musea. Het blijkt dat zeldzame hommels veel kieskeuriger zijn in hun plantenkeuze dan veelvoorkomende hommels, en dat ze dat vroeger ook al waren. Als planten dan uitsterven, zijn kieskeurige hommels niet in staat om over te stappen op een ander menu en sterven ze zelf ook uit. Interessant is vooral dat museumcollecties hebben bijgedragen aan het vinden van deze oorzaak.
Hommels zijn insecten uit het geslacht Bombus. Er zijn ongeveer 400 soorten hommels, waarvan een aantal soorten voorkomt in Nederland en België. Vrijwel over de hele wereld komen hommels voor. De meeste soorten leven op het noordelijk halfrond, vooral in berggebieden.
Hommels zijn aangepast om te overleven in een wat kouder klimaat. Het lichaam is voor een insect relatief groot en is zowel lang- als dichtbehaard, waardoor de warmte goed wordt vastgehouden. Daardoor komen hommels zelfs voor op de koude toendra's in het hoge noorden. De lange beharing is echter een nadeel bij warm weer en ze moeten dan veel rusten. De hommels zijn zo nauw verwant aan de bijen dat ze in de taxonomie niet als aparte groep worden gezien maar als grotere en sterker behaarde bijen.
Hommels leven net als alle andere bijen van nectar en stuifmeel, de suikerrijke nectar is de energiebron van de hommel. Er zijn hommelsoorten die het stuifmeel opslaan in aparte voorraadcellen (pockets) en er zijn soorten, zoals de aardhommel, die het in toevallig leegstaande broedcellen opslaan. Hommels kunnen tot wel 2 uur achter elkaar stuifmeel verzamelen tot een gewicht van 60% van hun lichaamsgewicht. Het stuifmeel kunnen de vrouwtjes met behulp van nectar en hun voorpoten tot een klompje samenplakken aan hun achterpoten en zo vervoeren naar het nest. Op de holle scheen van de achterpoot zit hiervoor een kale plek, die omgeven is met stijve haren. Deze plek wordt een stuifmeelkorfje (corbicula) genoemd.
Bron: Ivo Ramaekers, Wikipedia
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor