De steenuil is voor zijn voortbestaan gebonden aan het kleinschalige cultuurlandschap. Daar vindt de soort voldoende nestgelegenheid, voedsel, schuilmogelijkheden en jaagplekken; de gevaren van andere dan natuurlijke sterfterisico’s zijn beperkt. De afname van het aantal broedparen in de laatste 30 à 40 jaar heeft dan ook alles te maken met de geleidelijke verdwijning van dit landschap gedurende deze periode. Urbanisatie op het platteland, uitbreiding van het wegennet en schaalvergroting en intensivering in de landbouw zijn daar debet aan. Voor de steenuil betekent deze ontwikkeling: minder nestgelegenheid in boomholtes (knotbomen, hoogstamfruitbomen) en (bij)gebouwen, minder aanbod aan geschikte prooidieren en een grotere kans op sterfte door het verkeer. STONE probeert het tij zo veel mogelijk te keren, samen met organisaties als Vogelbescherming Nederland, Landschapsbeheer Nederland en SOVON Vogelonderzoek Nederland.