Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Staatsbosbeheer over Oostvaardersplassen: ruimte voor puur natuur

  •  
07-02-2008
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
Oostvaardersplassen.jpg
Er is onrust onder vogelliefhebbers ontstaan over de ontwikkeling van de broedvogels in natuurgebied de Oostvaardersplassen. Uit een nog niet gepubliceerd rapport blijkt dat het aantal soorten de afgelopen jaren is afgenomen. Dit vraagt om meer uitleg, meent Staatsbosbeheer. Het uitgangspunt in de Oostvaardersplassen is een natuurlijke ontwikkeling op basis van natuurlijke processen. Eén van de gemaakte keuzes is dat in de nieuwe, binnenkort gepresenteerde, ontwikkelingsvisie voor de Oostvaardersplassen expliciet gekozen is voor spontane natuurontwikkeling. Dat betekent dat het voorkomen van planten- en dierensoorten het gevolg is van deze keuze en geen bewust gekozen doel. Het houdt in dat minimaal ingrijpen voor maximale dynamiek zorgt. Het betekent ook dat het met sommige soorten op bepaalde momenten minder goed zal gaan. Door de natuurlijke ontwikkeling zal dit bijzondere ecosysteem ons blijven verrassen en verwonderen en ons daarmee in staat stellen de oerkracht van de natuur op indringende wijze te blijven beleven en ervan te leren.
Flinke fluctuaties in de vogelstand horen bij de manier waarop Staatsbosbeheer nu en in de toekomst met de natuur in het gebied omgaat: De natuur zichzelf laten ontwikkelen en enkel sturen op een aantal randvoorwaarden. Het beheer tot nu toe, verwoord in de beheervisie van 1995, hinkte nog op twee gedachten: aan de ene kant een bepaalde toestand van het gebied handhaven, desnoods met allerlei kunstgrepen. Aan de andere kant de verdere ontwikkeling van het natuurgebied op basis van natuurlijke processen, met alle veranderingen die daarmee gepaard gaan. In de binnenkort uit te brengen visie over de Oostvaardersplassen voor de komende dertig jaar kiest Staatsbosbeheer duidelijk voor de natuurlijke ontwikkeling.
Menselijk handelen beperkt zich tot het creëren van de randvoorwaarden dat natuurlijke processen, zoals wisselende waterpeilen in het moeras over de verschillende seizoenen en over de jaren heen, weer kunnen optreden. De toenemende dynamiek die we verwachten, onder andere door die natuurlijke peilfluctuaties, leidt tot een natuurgebied met een grote soortenrijkdom aan vogels. Zeker wanneer het gebied meer dan verdubbeld wordt door uitbreiding met het Hollandse Hout en verbinding met het Horsterwold van 6000 naar 13.000 hectare.
De Oostvaardersplassen ligt in zuidelijk Flevoland, een polder die in 1968 is drooggelegd. Deze polder is na de drooglegging ingezaaid met riet om de rijping van de kleiige, voormalige zeebodem te versnellen en om de vestiging van onkruiden tegen te gaan die de ontginning verhinderen. Dat maakte de polder tijdelijk tot één groot moerasecosysteem, met het natte deel van de huidige Oostvaardersplassen als laagste deel. Dit gebied werd al snel door watervogels als eenden, ganzen, steltlopers, lepelaars, reigers en kiekendieven ontdekt. In het moeras bleek de ruiende grauwe gans als grazer in combinatie met wisselende waterpeilen sturend te zijn in de ontwikkeling van de moerasbegroeiing, waardoor allerlei andere planten- en dierensoorten zich konden vestigen en handhaven.
Zo ontstond een inspiratiebron en een opstap voor het anders denken over natuur in Nederland, dat leidde tot natuurbeelden die ver voorbij de horizon van het vertrouwde reikten. Niet alleen de grauwe gans, maar ook grote, wilde hoefdieren als rund, paard en edelhert zijn in de Oostvaardersplassen soorten dankzij wie allerlei planten- en diersoorten levensmogelijkheden krijgen. We leerden in de Oostvaardersplassen dat ook in ons land de natuur op eigen benen kan staan en een kwaliteit kan bereiken waarvoor we voordien duizenden kilometers moesten reizen om die te ervaren. De paradox is dat dit gebeurde in een wildernis die ontstond in het meest geordende en planmatig ontworpen stuk Nederland. De Oostvaardersplassen zijn onderdeel van een keten van 'wetlands' in binnen- en buitenland, waar in Nederland ook het Lauwersmeer, De Wieden en De Weerribben, De Biesbosch en het Naardermeer toe behoren.
Het voorkomen van bepaalde plant- en diersoorten is dus geen doel op zich maar een - soms verrassend - gevolg van natuurlijke ontwikkeling. Dit is overigens geheel in lijn met de doelstellingen voor het gebied vanuit het rijks- en provinciaal natuurbeleid en ook met de basisgedachte van het Europese netwerk van natuurgebieden en de daaraan gekoppelde wet- en regelgeving (Natura 2000).
Beluister hier de reportage (3-2) over vogels in de Oostvaardersplassen met Fred Wouters.

Meer over:

nieuws - natuur
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor