Slimme vogelvoerdieven | Compilatie Zelf Geschoten

Vetbollen, pinda's en zaden zijn erg geliefd in de tuin, en niet alleen bij vogels! Eekhoorns, boommarters, ratten en muizen snoepen ook graag mee. Daar moeten ze soms wel hun best voor doen, aangezien de meeste voedersilo's en vogelhuizen (bewust) op voor hen onhandige plekken hangen. En dan hebben ze ook nog eens een extra beschermkooi. Dan kun je als dief in ongemakkelijke situaties terechtkomen...

Beelden zijn van Wil Ooms, Ingeborg Meijers-Fietje, René Offenberg, Henk Koops, Jantine Lubbers, Antonique de Lange en Ramon van der Schaaf. 

Nu de nachten kouder worden kunnen vogels wel een extraatje gebruiken. Het kost vogels namelijk veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. In een koude nacht kunnen kleinere soorten wel 10% van hun gewicht verliezen.

Je doet tuin- en balkonvogels daarom een groot plezier door twee keer per dag voer te strooien: vroeg in de ochtend en tegen het eind van de middag. Hang als extra energiebron vetbollen en pinda’s op. Vergeet ook geen water te geven. Dat is zeker ’s winters onmisbaar. Als het hard vriest kun je ze wat geschaafd ijs geven. Dat een goed alternatief voor drinkwater als er geen sneeuw ligt.

Jasper de Ruiter van Vogelbescherming laat zien hoe je van een lege frisdrankfles en twee oude pollepels je eigen voedersilo maakt, die zeer populair is bij de koolmezen en pimpelmezen.

Hieronder staan nog wat tips voor het bijvoeren van vogels: 

• Teveel voeren kan muizen en ratten aantrekken. 
• Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt. 
• Voer geen olie of margarine, want dit kan laxerend werken. 
• Geef voedsel dat makkelijk bevriest, zoals appels, niet in kleine stukjes, maar als geheel. 
• Voer geen brood met boter of ander voer met olie aan eenden in een wak, dat geeft 'olieslachtoffers'. De olie tast de waterdichtheid van het verenpak aan. De vogels worden dan ziek en gaan dood.
• Maak een sneeuwvrije plek op de grond. Veel vogelsoorten zoeken namelijk hun voedsel van nature op de grond. Liefst wel in de buurt van struiken of een haag, zodat ze bij gevaar snel een veilige plek kunnen vinden.