Simon Verhulst: Vaderdag
• 13-06-2008
• leestijd 2 minuten
Vandaag is het vaderdag, en eigenlijk is het een klein wonder dat er zoiets bestaat. Ten minste, afgaande op wat er publiekelijk over het vaderen wordt gezegd, want daarin proef ik toch vooral onvrede over het feit dat het nog steeds vooral de moeders zijn die opdraaien voor de verzorging van de kinderen. Vaders worden publiekelijk aan de schandpaal genageld als ‘de man die zondag het vlees snijdt’, terwijl hij zich verder niet zou laten zien. Je zou bijna denken dat vaderdag vooral bedoeld is als een soort aanmoedigingsprijs.
Mensenkinderen en hun moeders hebben wel een beetje reden om op vaders te mopperen, want er zijn diersoorten waar vaders veel meer in de opvoeding investeren. Bij Vroedmeesterpadden bijvoorbeeld laat het vrouwtje de bevruchte eieren meteen na de paring bij het mannetje achter. Die sjouwt daar dan wekenlang mee rond, houdt ze vochtig, en zorgt dat niemand ze op kan eten. Ik wil niemand op ideeën brengen, maar die vrouwtjes gaan natuurlijk ondertussen gezellig met een andere man nieuwe eitjes leggen. Bij vroedmeesterpadden zijn de vrouwen ook iets groter dan de mannen, dus misschien hebben die mannen weinig keus, maar het zou ook zo kunnen zijn dat ze steeds een wedstrijdje doen wie het eerste weg is nadat de eieren gelegd zijn, en dat de man dan als eeuwige loser met de kinderen achterblijft. Dat lijkt misschien wat vergezocht, maar zo lossen buidelmezen het op. Zodra de eieren gelegd zijn proberen vader en moeder er als eerste van door te gaan, en de achterblijver moet dan maar zien wat die met het legsel doet. Die buidelmezen zijn wel wat hardvochtiger dan de vroedmeesterpadden, want het komt regelmatig voor dat beide ouders er vandoor zijn gegaan, en dan gaat zo’n legsel ondanks het mooie buidelnest al snel verloren.
Als vader zeg ik dan: met die vroedmeesterpad heb ik niets te maken! Kijk liever naar andere zoogdieren, dat lijkt me een relevantere vergelijking. Bij de meeste zoogdieren doet de vader na de bevruchting helemaal niets meer aan de opvoeding. Als je geluk hebt, bijvoorbeeld als je een leeuwin bent, blijft vaders na de bevruchting in de buurt om je tegen andere mannen te beschermen, die ook nog wel een kindje willen maken. Maar dan moet je als leeuwin ook nog voor het eten zorgen, al was het maar omdat je man wel sterk moet blijven om belagers van het lijf te houden. Ook bij andere aapachtigen, met name onze naaste familieleden zoals gorilla’s en chimpanzees, nemen de vaders hun verantwoordelijkheden niet zo serieus – de meesten doen helemaal niets aan ouderzorg, ze leveren wat bescherming en daar moeten vrouw en kinders het mee doen. Die vaders snijden, zeg maar, zelfs op zondag het vlees niet. Kortom, voor een aapachtige hebben mensenkinderen, én hun moeders, het nog niet zo slecht getroffen.