Routeplanner van bijen en wespen
• 12-07-2012
• leestijd 2 minuten
Dieren met een vaste verblijfplaats moeten die plek op de één of andere manier kunnen terugvinden. Bij ons gebeurt dit vooral omdat we een plek herkennen als we hem al eerder hebben gezien. Bij bijen werkt het op dezelfde manier. Bovendien gebruiken ze net als wij onderlinge communicatie om richting en afstand aan te geven.
Halve cirkels
Bij bijen, hommels en wespen vliegen pas uit de pop gekomen dieren nooit zomaar uit het nest. Ze zouden het nooit meer terugvinden. Ze nemen eerst de nestopening nauwkeurig in zich op door er in steeds grotere halve cirkels langs en omheen te vliegen. Ze houden hun kop gericht op de opening. Naarmate de afstand groter wordt, kijken ze minder gedetailleerd. De omgeving van het nest wordt zo in het insectengeheugen gegrift. Door dagelijks grotere afstanden af te leggen leren de dieren de omgeving kennen en kunnen ze de weg feilloos terugvinden.
Solitaire bijen
Soms lijken de diertjes over haast bovennatuurlijke krachten te beschikken. Bij solitaire bijen graaft het vrouwtje in haar eentje een nest in het zand waar ze haar larven verzorgt. Als ze het nest verlaat maakt ze het onzichtbaar voor predatoren en parasieten door het met zand te bedekken. Zelf kan ze moeiteloos de nestopening nog terugvinden.
Hommels en wespen vliegen op goed geluk rond op zoek naar voedsel. Als ze al gericht naar een voedselbron vliegen, is dat op basis van eigen ervaring, niet omdat nestgenoten hen daarop hebben gewezen. Honingbijen echter kunnen de positie van een rijke voedselbron aan nestgenoten meedelen. Dit gebeurt door middel van de zogenaamde bijendans.
Bron: Naturalis