Na onze vakantie in juli, was het onvermijdelijke dan toch gebeurd, onze valkparkiet Kuifje lag dood in zijn kooi, netjes op de bodem alsof hij zittend in slaap was gevallen en nooit meer wakker was geworden. Allebei waren we er flink ondersteboven van, we hadden hem 12 jaar gehad en hij was mijn beste maatje. De laatste tijd was hij veel aanhankelijker dan ooit en was hij niet meer van mijn schouder weg te slaan, figuurlijk natuurlijk. Steeds vaker viel hij op mijn schouder in slaap, schrok even later wakker en begon alsof hij aangevallen werd meteen een schijngevecht met mijn oor. Al een paar keer was hij in de huiskamer tijdens zijn slaap van zijn stokje gevallen en werden we opgeschrokken door een heftig gefladder en traliegeklauter en een geschrokken schreeuwende valkparkiet.
Ik denk dat hij een leuk leventje heeft gehad, mocht hele dagen uit z’n kooi, vloog door het hele huis en kreeg veel aanspraak van ons. Zelfs tijdens onze vakanties zorgde mijn vader voor extra verzorging en aandacht. We hadden hem meegekregen van een familielid, die het beestje zonder dat te weten te jong op een veemarkt had gekocht, en er eigenlijk geen raad mee wist. Het beestje klom telkens tegen het kippengaas omhoog en fladderde bij een eerste dwarsbalkje aangekomen weer verticaal op de grond.
Bij ons aangekomen was hij snel handtam. Het diertje zat graag op mijn schouder, wat er ook gebeurde, of ik nou wasrekken moest ontwijken of dat ik een T-shirt aan of uit trok, hij deed allemaal acrobatiek om z’n positie te behouden. Later ging hij zelfs mee douchen onder de douchekop zichzelf wassend. Hij floot als je thuiskwam, zelfs als je de sleutel al in het slot deed en ging door het hele huis op zoek als je hem riep. Hij keek mee over mijn vrouw d’r schouder wat er gekookt werd, en zei iets wat op goedemorgen leek als je ‘s ochtends de kamer binnenkwam. Hij at mee aan tafel, kwam op bed je wakker maken met een vrolijk liedje, als je vergeten was de avond ervoor het kooitje dicht te doen. Hij at uit de hand, hij liet zich pakken en ging op verzoek ook weer in zijn kooi. Kortom, hij was een soort familielid geworden. Dus ook dubbele dikke tranen toen we hem samen gingen begraven en ik een liedje voor hem floot, ergens achter in de polder, met hetzelfde uitzicht dat hij heel zijn leven al vanaf het raam op onze flat gehad had, dicht bij de treinrails die hij altijd hoorde.
Aan de ene kant zou ik graag een ander lief beestje willen, aan de andere kant heb ik mijn twijfels; wordt hij ooit zo slim, zo lief en aanhankelijk als Kuifje, of ontneem ik zo’n beestje zijn natuurlijke drang om weg te gaan en een echte partner te zoeken en ben ik egoïstisch om zo’n beest te gebruiken als maatje en misschien zelfs als een soort circusartiestje. Is het een psychische symbiose of is de afhankelijkheid ongelijk en dus oneerlijk. Als je een tweede beestje er bij neemt, is de kans groot dat de aandacht van de parkiet zich niet op ons zal richten en je er net zo weinig aan hebt als een kat die alleen voor zijn eten aardig tegen je doet.
Ik heb de keuze en de beslissing of ik er weer aan begin en hoe, nog even laf uitgesteld tot het nieuwe broedseizoen in de komende lente. Mijn astma is daarbij ook een welkom maar net zo laf argument.