Op mijn bijna dagelijkse fietstocht, neem ik altijd mijn camera mee, om niets moois te hoeven missen. Door de grotendeels gelijke route steeds beter te leren kennen, weet ik precies waar de meeste kansen liggen om roofvogels te zien. In het gebied drie kilometer vanaf mijn huis komen veel buizerds voor. Er is een afwisselend landschap in de polder aangelegd, een slingerende lange sloot met dikke rietkragen, hier en daar plukken struikgewas en bos met niet te veel loop en fietspaden, met ruime gelegenheid om onverstoord een nest te bouwen. Voor roofvogels zijn er mooie uitkijkpunten en voor prooidieren veel vluchtmogelijkheden. Nu ik meer dan een jaar in dit gebied kom, weet ik de meeste standplaatsen van de buizerds te vinden en kom er minstens drie tegen. Buizerds houden hun omgeving vanaf uitkijkposten vlijmscherp in de gaten op zoek naar prooien maar doen zich ook te goed aan de slachtoffers van de treinrails en de hoogspanningsleidingen.
Ook de mensen die door hun gebied trekken worden scherp in de gaten gehouden. Als ik bijvoorbeeld op 30 meter van een buizerd op het fietspad langsfiets, is er geen reactie. Als ik daar stop is er meestal ook nog niets aan de hand, zolang ik hem niet recht aankijk of te veel remgeluiden maak met m’n fiets. Mijn camera uit m’n cameratas halen en hem nog niet aankijken of daarna foto’s een andere kant op maken is ook geen probleem. Zodra ik mijn camera vervolgens op hem richt, is het wegwezen geblazen. Dit gebeurt niet alleen op mijn vaste route, maar ook als ik ergens anders fotografeer; buizerds willen niet aangestaard worden, al is het door een camera. Ik had verschillende misleidende strategieën geprobeerd, zoals eerst achteloos doorrijden, camera in te stellen, te keren en rijdend proberen te fotograferen, maar dat was geen succes. Ook doorrijden, fiets parkeren en sluipend met een vooringestelde camera teruglopen liep op teleurstellingen uit.
Aangezien ik de laatste tijd vaak dezelfde jas aan had, kreeg ik het vermoeden, dat ik door eenzelfde buizerd werd herkend aan mijn groene jasje en beige pet. Het wegvliegen gebeurde steeds eerder, waarschijnlijk door de herkenbare remgeluiden en voorspelbaarheid van mijn uiterlijk en mijn gedrag. Zo was ik laatst dus helemaal verrast toen het zelfde beest ineens bleef zitten, terwijl hij mij op 15 meter afstand aan bleef staren. Ik had deze keer een bruine jas, een zwarte pet en een nieuwe (dus stillere) fiets met een ander kleurtje. Ik had zelfs tijd om ter plekke opnieuw scherp te stellen en ben erg blij met het resultaat. Als dit vervolgens inhoudt dat ik voor iedere geslaagde foto een ander outfit en of fiets moet kopen, wordt dit wel in een erg dure hobby.