In gevangenschap gekweekte korhoenders mogen niet worden uitgezet in het Nationale Park de Hoge Veluwe. Dit heeft de rechtbank in Amsterdam bepaald in een zaak van Stichting De Faunabescherming tegen het ministerie van Landbouw.
Korhoenders komen in ons land nog maar op één plaats in Salland in het wild voor. De kleine en kwetsbare populatie heeft een unieke genetische samenstelling en is optimaal aangepast aan het leven in het West-Europese laagland.
De rechtbank is het eens met de stelling van Faunabescherming dat het risico van vermenging van de Sallandse vogels met de uitgezette exemplaren niet denkbeeldig is, waardoor de unieke Sallandse korhoen zou verdwijnen. Internationale natuurbeschermingsregels verbieden het uitzetten van dieren onder deze omstandigheden al langer.
De duizend uit gevangenschap afkomstige vogels die de Hoge Veluwe in tien jaar tijd wilde loslaten zijn niet aangepast aan de omstandigheden in het wild, vindt de Stichting. Bovendien staat niet vast dat de Hoge Veluwe nu, ondanks pogingen het landschap aan te passen, geschikt is voor korhoenders. Tot nu toe zijn alle uitzetprojecten in Europa mislukt en deskundigen zijn ervan overtuigd dat ook dit project geen kans van slagen heeft, stelde de Stichting in de procedure.
De rechtbank overweegt verder dat Nederland de dwingende Europese regels over de herintroductie van zeldzame soorten niet op de juiste wijze in de Flora en Faunawet heeft geïmplementeerd. Het ministerie van Landbouw moet nu een nieuwe beslissing op het bezwaar van Faunabescherming nemen. Tot zes weken na die nieuwe beslissing is de huidige vergunning geschorst.