Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

'Proefdierbeleid is dolende'

  •  
21-01-2016
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
proefdier_01.jpg
Discussies over proefdieren eindigen vaak in een patstelling: we willen liever geen proefdieren gebruiken, maar vragen wel om beter voorspelbare tests, nieuwe geneesmiddelen en meer kennis. Om dit dilemma op te lossen, wordt dan verwezen naar alternatieven, maar de inzet daarvan heeft tot nu toe nauwelijks tot minder proefdieren geleid. Hoe komt dat? Over die vraag schreef Meggie Pijnappel haar proefschrift. Op 4 februari promoveert ze aan de Radboud Universiteit.
Het debat over alternatieven voor dierproeven gaat met name over het potentieel van nieuwe methoden en technologieën. Pijnappel stelt echter dat alternatieve technologieën zoals celkweek en genomics niet zonder meer leiden tot proefdierreductie, omdat deze daar niet specifiek voor ontwikkeld zijn. Bovendien leidt de inzet van dergelijke technologieën doorgaans tot nieuwe kennisvragen en kan zo zelfs méér dieronderzoek tot gevolg hebben.
Torenhoge belofte van alternatieven
‘Op dit moment worden 3D-printing en organ-on-a-chip veel genoemd als alternatieven. Maar deze kunnen net zo snel hun geloofwaardigheid verliezen’ denkt Meggie Pijnappel. ’Bovendien leidt de focus op techniek en innovatie af van de maatschappelijke vragen die ten grondslag liggen aan het debat, zoals vragen over gezondheid of veiligheid.’
De ontwikkeling en vooral ook de implementatie van een proefdiervrij alternatief, zoals een computersimulatie of metingen aan de mens zelf, is gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘Het is tijdrovend en er valt wetenschappelijk gezien weinig eer aan te behalen. Het huidige wetenschappelijke landschap met zijn hoge publicatiedruk stimuleert onderzoekers dan ook onvoldoende om moeite in het vraagstuk te steken.’
Bermuda-driehoek
Een effectief proefdierbeleid loopt stuk op de ingewikkelde driehoeksrelatie tussen wetenschappers, financiers van wetenschap en de overheid, weet Pijnappel ook uit ervaring van haar werk bij ZonMw en RIVM. ‘Op grote lijnen zijn ze het eens, maar dit vervaagt in de uitvoering. Onderzoekers worden binnen de wetenschap afgerekend op hun publicaties en buiten de wetenschap gaat het vooral om de maatschappelijke relevantie van hun werk.’ Die verschillende opvattingen bemoeilijken een duurzame oplossing.

Richting aangeven

Pijnappel concludeert in haar proefschrift dat het proefdierbeleid nu dolende is en alle kanten op schiet. Het wordt tijd dat de overheid een duidelijke richting bepaalt en ook van aangrenzende beleidsterreinen vraagt om in die richting te bewegen, vindt zij. ‘Zonder duidelijke visie zijn extra investeringen in dierproefalternatieven weggegooid geld. En aan die visie moeten ook acties en consequenties hangen. Dat zit niet alleen in beleid en procedures, maar ook in het veranderen van de manier van denken van wetenschappers, redacteuren van wetenschappelijke vakbladen en wetenschappelijke subsidieverstrekkers.’
Bron: Radboud Universiteit Nijmegen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.