Proeven in Flevoland met het composteren van onder meer gemaaid riet en gras uit natuurgebieden tot mest voor de akkerbouwers, lijken succesvol. Dat maakte Landschapsbeheer Flevoland woensdag in Biddinghuizen bekend.
Het doel van de proeven is te onderzoeken of afvalproducten van terreinbeheerders benut kunnen worden als meststof of grondverbeteraar. Als dat het geval is, kunnen zowel natuurbeheerder als de landbouwer kosten besparen. De compostgrondstoffen bleken voldoende vochtig om afval te laten broeien en te verteren tot compost. Ook bleek dat de temperatuur in de proefopstellingen hoog genoeg was om onkruidzaden te doden en laag genoeg was om schimmelvorming tegen te gaan.
Uit gesprekken die de onderzoekers hielden met buurtbewoners bleek verder dat geen van de omwonenden tijdens de proeven last had van geurhinder, hoofdpijn of andere lichamelijke klachten.
Op vier locaties in Flevoland zijn de proeven gedaan. Dat was bij vaarten in de buurt van Biddinghuizen en Swifterbant, bij een dijk en bij het Voorsterbos bij Kraggenburg. De laatste was de grootste van de proeven en bestond uit het composteren van 14 hectare maaisel uit het natuurgebied.
Naar verwachting worden de onderzoeken half november afgerond en zal het materiaal dan beschikbaar komen voor de akkerbouwers die bij de proef zijn betrokken. Verder onderzoek moet uitwijzen wat de mestwaarde van het gecomposteerde materiaal is en of het bodemverbeterend werkt.