Planning windmolenparken in zee houdt te weinig rekening met ecologie
• 17-02-2009
• leestijd 2 minuten
Bij de ruimtelijke planning en bouw van windmolenparken in zee wordt te weinig rekening gehouden met de effecten op het mariene ecosysteem. Dit kan in de toekomst grote gevolgen voor zeezoogdieren en vogels hebben. Dit stelde prof. dr. Han Lindeboom van onderzoeksinstituut, Wageningen IMARES op 13 februari op de Offshore Wind Power Conferentie in Den Helder. Hij pleitte ervoor de aanleg milieuvriendelijker te maken en meer rekening te houden met de effecten van windparken op het omringende ecosysteem.
Bij de ruimtelijke planning van de windmolenparken in zee wordt veel te weinig rekening gehouden met mogelijke effecten op met name vogels. Uit onderzoek van de in de Nederlandse Noordzee gebouwde windparken blijkt dat hoewel de parken attractief kunnen zijn voor sommige vogelsoorten, bijvoorbeeld de aalscholver, er ook soorten zoals zeekoeten en Jan-van-gents zijn die hinder ondervinden van de parken. Dat geldt vooral als de molens dicht op elkaar staan of als de parken als geheel een grote barrière vormen, waardoor de vogels er niet meer tussendoor durven en om gaan vliegen. Bij de huidige parken lijken de effecten mee te vallen, maar als er veel parken komen kan dit problemen geven.
Op dit moment worden veel windparken in het Belgische deel van de Noordzee pal langs de Nederlandse grens gepland en heeft Nederland het voornemen het hieraan grenzende gebied voor grootschalige windparken aan te wijzen. Als deze plannen onverminderd doorgaan kan dit tot grote barrières voor vogels en zeezoogdieren leiden en op termijn tot wijziging van het gebruik van de zee door deze dieren. Onderzocht moet worden of problemen niet voorkomen kunnen worden door andere afstanden tussen molens of het creëren van molenvrije vlieg- of zwemcorridors. Van enige afstemming tussen Nederland en België lijkt tot nu toe geen sprake. En dit soort problemen kunnen zich ook elders in de Noordzee gaan voordoen als iedereen langs zijn grenzen grote parken gaat bouwen.
In Nederland zijn de eerste twee windmolenparken gebouwd door middel van het heien van de palen die als fundament dienen voor de molens. Dit heien veroorzaakt zeer veel geluid onderwater dat tot op een kilometer dodelijk kan zijn voor bruinvissen, terwijl het ook dodelijk kan zijn voor zeehonden en vislarven. Hoewel uit onderzoek tot nu toe geen effecten zijn gebleken, zijn deze effecten niet uit te sluiten als er overal in de Noordzee gebouwd en geheid gaat worden.
In België zijn de eerste, zeer grote molens gebouwd met een op de zeebodem staande betonnen voet, waarbij niet geheid hoefde te worden. Dit levert waarschijnlijk veel minder effecten op voor zeedieren en vislarven. De onderzoekers van Wageningen IMARES bevelen nader onderzoek aan naar gebruik van milieuvriendelijker wijzen van bouwen, zoals palen in de bodem trillen of gebruik van betonnen funderingen.
Onlangs heeft Alterra (ook onderdeel van Wageningen UR) onderzoek gedaan naar het samengaan van windturbines en natuur.
Bron: Wageningen UR