Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Peter Brusse: Buitenplaatsen

  •  
18-09-2012
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
Peter_Brusse.jpg
Afgelopen zomer maakte ik een tocht langs Engelse buitenplaatsen en ik moest denken aan Jeremy Paxman, de schrijver en BBC presentator die eens zei dat als een Engelsman zijn eerste tien miljoen heeft verdiend hij een huis in de country wil kopen; weg uit de stad, waar hij is opgegroeid en zijn fortuin heeft gemaakt.
Niet alleen adel,  bankiers en industriëlen, maar ook sterren als Madonna, Kate Moss, David Beckham in zijn Beckingham Palace, Hugh Grant, kiezen voor country.  Ik kwam langs Toddington bij Oxford waar Damien Hirst, de kunstenaar van het doodshoofd bezet met diamanten, zijn manor house met 300 kamers voor een slordige 15 miljoen aan het opknappen is. De beroemde tv-series van Brideshead revisited tot Downton Abbey, houden de fascinatie voor de vergane glorie, verrukkelijk in stand.
De strijd om de vossenjacht, waarover in het Lagerhuis en House of Lords feller en langer is gedebatteerd dan over oorlog, zorg en pensioen, ging in werkelijkheid om veel meer dan bloedsport, het was een metafoor voor de strijd om de waarden en tradities, zeden en moraal van het platte land; het ware, het echte, zuivere Engeland tegenover de zondige stad met zijn verderfelijke ideeën.
Ik was verbaasd, maar ook geroerd toen ik ontdekte dat zowel in de Eerste als Tweede Wereldoorlog dichters en schrijvers n in de loopgraven en aan het front zeiden te vechten voor het behoud van de English country side.
En de Britse oorlogsgraven, overal ter wereld zijn nadrukkelijk en heel bewust geïnspireerd op dat vredige green and pleasant land: ‘If I should die, think only this of me: that there’s some corner of a foreign field that is forever England’, schreef de dichter Rupert Brooke in 1914, hij sneuvelde datzelfde jaar.
Zo anders dan in Nederland met zijn steden, burgers en regenten, lag in Engeland de macht bij de edelen in hun kastelen en stately homes; waar de Engelsen jaarlijks met miljoenen heentrekken op zoek naar iets wat allang niet meer bestaat.
En zich bewust van de klassenmaatschappij willen ze zien hoe die anderen leefden, willen ze weten wat de butler saw, desnoods door het sleutelgat,  upstairs,  spannender dan het desolate downstairs, dat leger van de onzichtbare knechten en bedienden dat zich niet mocht vertonen. Toch ontmoette Lady Chatterly haar tuinman. De zonde, was het klassenverschil, want affaires, overspel het hoorde erbij om de verveling te verdrijven. Over Lady Churchill, de moeder van Winston Churchill, werd geschreven dat zij 200 minnaars had.
De tuinen vertellen hun eigen verhaal, waar ik als stadsmens niets van wist. In de achttiende eeuw toen de aristocraten hun Grand Tour naar de Lage Landen, Frankrijk  en Italie maakten, kwamen zij niet alleen terug met de schilderijen en tekeningen van Rembrandt, Rubens, Rafael, maar wilden zij ook hun tuinen veranderen in Arcadische vergezichten. Geen gekunstelde, symmetrische tuinen meer als in het Versailles van de aartsvijand, Lodewijk de veertiende, maar terug naar de  natuur. En dus moesten honderden arbeiders dalen en heuvels aanleggen, met watervallen, diepe meren, sombere grotten, tempels en ruines; voor iedere gemoedsstemming, vreugde of verdriet een eigen plek. En als een dorp in de weg stond, werd het vernietigd, de bewoners verjaagd uit het paradijs.
De opbrengsten uit de koloniën brachten ongekende rijkdom. Maar de twee wereldoorlogen maakten  een eind aan de grenzeloze macht en glorie. Er zijn nog altijd aristocraten die niets te vrezen hebben, anderen veranderden hun kasteel in een pretpark, waar je op de foto mag met de hertog. Maar er zijn ook nog edelen die manmoedig volhouden en  desnoods met een trui vol gaten, belangstellenden rondleiden langs de kunstwerken, de familieportretten en hun betoverende tuin. Noblesse oblige.
Maar toch, de meest bijzondere ervaring, had ik afgelopen jaar hier in Nederland op een buitenplaats in de Achterhoek. Wij waren uitgenodigd voor de zondagse lunch, de dochter des huizes, is een voortreffelijke kok, zij werkt in Londen voor de Shooting Times, weekblad voor jacht en natuur. De avond tevoren was ze met Ryanair teruggevlogen. En voor het slapen gaan ging ze nog even met haar geweer naar buiten. En ze schoot een ree.
Voor vanmiddag, vroeg ik. ‘Nee, lachte zij, dat is te vroeg. Het hert dat nu in oven staat, schoot ik twee weken geleden.
Een nobele variatie op: alles uit eigen tuin. Alles, behalve de wijn die kwam uit Bordeaux.
Foto: Peter Brusse in 1990 (Beeld en Geluid Archief)
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor