Parende ringslangen | Zelf Geschoten

Ook voor de ringslangen is het paren begonnen! Erwin Hooge legt deze paring van ringslangen vast in gemeente Midden-Drenthe.

Als vanaf april de temperaturen stijgen, gaan ringslangen op zoek naar voedsel. In april-juni vinden de aanleg en eerste ontwikkeling van de eieren plaats in de vrouwtjes. Om dat proces te versnellen zonnen vrouwtjes rond deze tijd vaak. De eerste paringen voor de ringslangen vinden plaats begin april in de buurt van de overwinteringsplaats.

In juni-juli trekken de vrouwtjes in relatief korte tijd naar een geschikte eiafzetplek. De eiafzet kan plaatsvinden vanaf eind mei tot half augustus, maar het gros wordt gelegd van eind juni tot en met juli.

Tijdens de paring tongelt (het 'sissen' van de slang) het mannetje vaak. Hij schuift met schokjes langs het lichaam van het vrouwtje en duwt zijn kin tegen de bovenkant van haar lichaam. Als zijn cloaca zich ter hoogte van die van het vrouwtje bevindt, draait hij zijn staart onder het vrouwtje om een hemipenis in te kunnen brengen. Een paring kan enkele minuten tot uren duren. 

Bij de paring komt het vaak voor dat meerdere mannetjes tegelijk met een vrouwtje proberen te paren. Er vormt zich dan een kluwen van slangen (‘mating ball’) die kan bestaan uit tientallen mannetjes rond een vrouwtje. 

Zodra de paring plaatsvindt proberen de andere mannetjes het stel niet te storen en verlaten het vrouwtje. Grote mannetjes hebben meer succes om te paren dan kleinere, omdat ze waarschijnlijk fysiek sterker zijn om de staart van rivalen weg te kunnen duwen. Toch zijn de mannetjes niet agressief. Als een vrouwtje al gepaard heeft vertonen mannetjes geen interesse meer in haar.

Bron: RAVON