Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Paardenwoonwijken om verrommeling tegen te gaan?

  •  
19-12-2008
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
paarden.jpg
Het aantal paarden in Nederland groeit. Er zijn er nu waarschijnlijk zelfs méér dan voordat de tractor zijn intrede deed. Tegenwoordig worden paarden vooral voor recreatieve doelen gehouden. De groei heeft zichtbare gevolgen voor het landschap.  Paardenbakken, lichtmasten, weilandjes met witte linten en allerlei bouwwerken die als stal moeten dienen, leiden niet zelden tot verrommeling. Gemeenten zitten er mee in hun maag.
De toegenomen belangstelling voor de ruitersport heeft geresulteerd in meer en grotere maneges, meer pensionstallen en meer particulieren die hobbymatig een of enkele paarden houden. Alterra-onderzoeker Herman Agricola deed onderzoek naar dit fenomeen: “Ondanks een recent ingevoerd registratiesysteem is niet bekend hoeveel paarden er in Nederland zijn. Schattingen gaan uit van 400.000 paarden en pony’s en ongeveer 80.000 paardenhouders. Ten opzichte van 1990 betekent het een verdubbeling van het aantal paarden. Hobbymatige houders, dus burgers met een of enkele paarden, vormen verreweg de grootste groep. Slechts vijf à tien procent van de paardenhouders is professioneel ondernemer.“
De groei van de paardenhouderij en de daarbij horende verrommeling van het landschap roept steeds meer maatschappelijke weerstand op. Anderzijds wordt de paardenhouderij vaak opgevoerd als een kansrijke nieuwe economische drager voor het buitengebied. Volgens Herman Agricola past dit binnen de gedachte van de terugtredende landbouw en de transformatie van het agrarische productielandschap naar een consumptielandschap, waarin toeristisch-recreatieve behoeften steeds zwaarder gaan wegen.
De overheid heeft pas sinds enkele jaren aandacht voor de paardenhouderij. Omdat de Nota Ruimte stelt: ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’, ligt de beleidsontwikkeling vooral bij de gemeenten. Herman Agricola: “De hobbypaardhouders worden door gemeenten vaak gezien als ‘freeriders’. Ze trekken zich weinig aan van gemeentelijke bepalingen, zijn niet georganiseerd en daardoor ook niet te benaderen. Grote vraag is in feite hoe de hobbyhouders bereikt kunnen worden. Een eerste stap voor gemeenten zou moeten zijn een samenhangende visie voor het buitengebied op te stellen en daarin de plaats van de paardenhouderij te bepalen.”
Over het algemeen speelt de verpaarding het sterkst in kleinschalige gebieden op de zandgronden en in de stadsranden. Van een aantal gemeenten op de Veluwe is bekend dat zij een specifiek paardenbakkenbeleid hebben opgesteld. Andere gemeenten passen een ruimtelijk zonering toe waardoor op bepaalde delen van het grondgebied wel paarden mogen lopen maar geen voorzieningen mogen worden aangelegd. Herman Agricola: “Een vergaande maar kansrijke vorm van zonering lijkt mij de ontwikkeling van paardenwoonwijken. Op een aantal plaatsen in het land worden plannen gemaakt voor de aanleg van een wijk voor paardenliefhebbers. Onder de noemer thematisch wonen is dit verschijnsel komen overwaaien uit de Verenigde Staten en wordt het mogelijk een nieuwe trend in Nederland. Mocht de populariteit van de paardensport verder groeien dan is het een interessante benadering om de hobbymatige paardenhouderij enigszins te beteugelen.”
 
Bron: Alterra
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor